B1 – Schrijven

Geplaatst op door in de categorie Taal, Taal - B1/B2 niveau

Het leren van de Nederlandse taal vereist consistente oefening om vaardigheid te ontwikkelen in lezen, schrijven, spreken en luisteren.

Hoe ziet het examen Schrijven (Programma I) eruit?

Het Staatsexamen NT2 omvat vier examenonderdelen: Schrijven, Spreken, Lezen en Luisteren, en alle onderdelen worden digitaal, via de computer, afgenomen. staatsexamensnt2.nlNT2.nl

Voor Schrijven (Programma I en II) geldt dat je diverse soorten schrijfopdrachten krijgt aangeboden op het scherm. Je bepaalt zelf in welke volgorde je ze maakt. Je hebt 100 minuten de tijd om het onderdeel Schrijven af te ronden. staatsexamensnt2.nl


De opdrachten zijn ingedeeld in vier typen:

  • Zinstaken: schrijf één zin of maak een zin af.
  • Deelschrijftaken: vul een kort bericht in, vul een tekst aan of vul een formulier in.
  • Korte schrijftaak: schrijf een korte tekst zoals een notitie, briefje of beschrijving van een situatie.
  • Middellange schrijftaak: beschrijf een probleem en denk mee over een oplossing (soms met grafiek, tabel of afbeelding). staatsexamensnt2.nl

De onderwerpen gaan vooral over werk of opleiding, met enkele opdrachten over dagelijks leven. staatsexamensnt2.nl

Tijdens het examen mag je uitsluitend het Van Dale Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal (NT2) gebruiken. Geen andere woordenboeken, aantekeningen of elektronische vertaalmiddelen zijn toegestaan. staatsexamensnt2.nl


Overzicht van examenstructuur – Samengevat

KenmerkProgramma I Schrijven
Tijd voor schrijven100 minuten
Soorten takenZinstaken, deelschrijftaak, korte en middellange schrijftaak
OnderwerpenWerk, opleiding, dagelijks leven
Gebruik woordenboekAlleen Van Dale Pocket NT2 toegestaan

Bron: https://www.staatsexamensnt2.nl/voorbereiden/hoe-ziet-het-examen-eruit


Schrijven op B1-niveau: duidelijk en passend Nederlands

Als je op B1-niveau schrijft, maak je duidelijke en begrijpelijke teksten over alledaagse onderwerpen, zoals werk, school of gezondheid. Je gebruikt eenvoudige woorden en korte zinnen. Je teksten hoeven nog niet foutloos te zijn, maar de lezer moet je goed kunnen volgen.

(Op B2-niveau schrijf je teksten die correct, duidelijk én passend zijn bij de situatie. Je gebruikt meer variatie in woordenschat, grammatica en stijl. De teksten zijn iets langer en complexer dan op B1.)


Wat moet je kunnen op B1-niveau?

Kenmerken van B1-teksten:

  • Korte, duidelijke zinnen
  • Eenvoudige woorden
  • Actieve zinnen (bijvoorbeeld: Ik schrijf een brief)
  • Teksten over jezelf, werk, school, hobby’s, gezondheid

Voorbeelden van teksten:

  • E-mail naar een docent of werkgever
  • Verzoek aan een instantie of gemeente
  • Dagboek of kort verslag

Hoe ziet een goede tekst eruit?

Een duidelijke tekst heeft drie delen:

  1. Inleiding – Wat is het onderwerp?
  2. Middenstuk – Leg uit, geef voorbeelden of argumenten
  3. Slot – Vat samen of trek een conclusie

Gebruik ook:

  • Alinea’s met witregels ertussen
  • Tussenkopjes voor overzicht
  • Opsommingen en verbindingswoorden voor structuur

Belangrijke thema’s en voorbeelden

1. Gezondheid

Situaties: afspraak bij de huisarts maken, klachten beschrijven, advies vragen, medicijnen of behandeling bespreken.
Praktisch gebruik: e-mail of brief aan huisarts, apotheek of specialist.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail aan de huisarts om een afspraak te maken en beschrijf je klachten.”


2. Werk

Situaties: verzoek indienen, probleem of klacht melden, overleg plannen, feedback vragen, afspraak maken, verlof aanvragen.
Praktisch gebruik: e-mail of brief aan baas, HR of collega.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail aan je baas om verlof aan te vragen van 12 tot 16 augustus.”


3. Wonen

Situaties: reparatie of storing melden, klacht over buren of onderhoud, huurcontract verlengen of opzeggen, afspraak maken voor bezichtiging of sleuteloverdracht, informatie vragen over huur of verzekering.
Praktisch gebruik: e-mail of brief aan verhuurder, woningcorporatie of beheerder.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail om een reparatie aan de verwarming aan te vragen.”


4. Persoonlijke informatie & introductie

Situaties: jezelf voorstellen, familie, vrienden of dagelijkse routine beschrijven.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail aan een nieuwe collega en vertel iets over jezelf.”


5. Vrije tijd & hobby’s

Situaties: activiteiten plannen, uitnodigen voor een feestje of sportevenement, hobby’s bespreken.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een bericht aan een vriend om hem uit te nodigen voor een sportactiviteit dit weekend.”


6. Winkelen & diensten

Situaties: producten kopen of terugbrengen, informatie vragen over prijzen of levering, klachten indienen.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail naar de winkel om een verkeerd geleverd product te ruilen.”


7. Onderwijs & opleiding

Situaties: cursus of training aanvragen, informatie vragen over lesmateriaal of inschrijving.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail om je in te schrijven voor een computercursus.”


8. Reizen & vervoer

Situaties: vervoer regelen, problemen melden, hotelreserveringen of routebeschrijvingen aanvragen.
Voorbeeldopdracht:
“Schrijf een e-mail naar het hotel om je reservering te bevestigen en een vraag te stellen over het ontbijt.”


9. Overige praktische situaties

  • Afspraak maken of annuleren
  • Klacht of probleem melden bij een instantie
  • Verzoek indienen voor informatie, goedkeuring of hulp

Algemene tips voor B1 Schrijven

  1. Gebruik korte en duidelijke zinnen.
  2. Vermeld alle belangrijke informatie: wie, wat, wanneer, waar, waarom.
  3. Begin met een beleefde groet en sluit af met een vriendelijke afsluiting.
  4. Gebruik praktische woorden en zinnen uit de thema’s (Gezondheid, Werk, Wonen, etc.).
  5. Schrijf ongeveer 80–120 woorden.

Voorbeeld van een duidelijke B1-tekst

Hieronder zie je een voorbeeld van een duidelijke B1-tekst. De tekst heeft een inleiding, middenstuk en slot. Ook zijn er tussenkopjes, witregels, opsommingen en verbindingswoorden gebruikt.


Waarom is sporten goed voor je?

Inleiding
Sporten is goed voor je lichaam én voor je hoofd. Toch sporten niet alle mensen vaak. In deze tekst lees je waarom sporten belangrijk is en wat de voordelen zijn.


Middenstuk

Sport is goed voor je lichaam
Als je sport, beweeg je. Bewegen is gezond.
Je hart wordt sterker, je spieren worden sterker, en je wordt minder snel moe.

Ook helpt sporten om op een goed gewicht te blijven.
Je hebt minder kans op ziektes, zoals:

  • Suikerziekte
  • Hartproblemen
  • Hoge bloeddruk

Sport is goed voor je hoofd
Sporten is ook goed voor je hoofd.
Als je beweegt, voel je je vaak blijer. Je kunt beter nadenken en je slaapt beter.

Ben je vaak moe of gestrest? Sport helpt daarbij.
Samen sporten is ook gezellig. Je ontmoet andere mensen.


Slot
Kortom: sporten is gezond en helpt om je goed te voelen.
Je hoeft niet hard te rennen of naar de sportschool.
Ook wandelen, fietsen of dansen zijn goede manieren om te bewegen.


Wat maakt deze tekst goed?

  • Eenvoudige woorden – Alles is makkelijk te begrijpen.
  • Korte zinnen – Helpt de lezer om de tekst snel te volgen.
  • Tussenkopjes en alinea’s – Duidelijke structuur voor overzicht.
  • Opsommingen en witregels – Laten belangrijke informatie opvallen.
  • Verbindingswoorden – Zoals ook, kortom, daarbij, voor samenhang.

Tip

Gebruik dit voorbeeld als model: begin met een inleiding, werk met duidelijke tussenkopjes, verdeel je tekst in korte alinea’s, maak opsommingen waar nodig en gebruik verbindingswoorden om zinnen logisch te verbinden.


Verbindingswoorden (signaalwoorden)

Hier is een overzicht van veelgebruikte verbindingswoorden in het Nederlands, met hun betekenis en voorbeeldzin:

WoordBetekenisVoorbeeld
ookVoegt iets toe aan wat al gezegd isZij houdt van lezen, en ik ook.
kortomSamenvattendHet regende, de bus had vertraging en ik vergat mijn tas. Kortom, het was een slechte dag.
daarbijBovendien, extra toevoegingHij is goed in wiskunde, daarbij is hij ook creatief.
wantGeeft een redenIk ga niet naar het feest, want ik ben moe.
omdatGeeft een oorzaakIk blijf thuis omdat ik ziek ben.
tochGeeft tegenstelling of onverwachte wendingHet regende, toch ging ik wandelen.
maarGeeft tegenstellingIk wil gaan, maar ik heb geen tijd.
enVerbindt twee of meer zakenIk koop brood en melk.
dusGeeft gevolg of conclusieHet is laat, dus ik ga naar bed.
omGeeft doel of bedoelingIk studeer hard om te slagen.
zoalsGeeft een voorbeeldIk hou van fruit zoals appels en peren.
tenzijVoorwaarde, behalve alsIk kom naar het feest, tenzij ik moet werken.
ofGeeft keuzeWil je koffie of thee?
nadatIets gebeurt na iets andersNadat ik gegeten had, ging ik naar buiten.
voordatIets gebeurt vóór iets andersVoordat ik naar school ga, ontbijt ik.

Tip: Gebruik deze woorden om je teksten logisch en samenhangend te maken. Ze helpen je lezer om de informatie beter te volgen.

Voor meer voorbeelden van verbindingswoorden, ga naar blog ‘Voegwoorden’


Waarom is goed schrijven belangrijk?

Met goede schrijfvaardigheid kun je beter meedoen in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld:

  • Je schrijft een duidelijke e-mail aan de school van je kind.
  • Je dient een verzoek of klacht in bij de gemeente.
  • Je solliciteert naar een baan.
  • Je laat zien dat je de taal goed beheerst.

Voor examens, werk en school is schrijven dus erg belangrijk.


Schrijfstijl: helder en menselijk

  • Gebruik gewone woorden. Schrijf zoals je praat – zonder slordig te zijn.
  • Denk aan de lezer: begrijpt die je tekst meteen?

Vermijd:

  • Moeilijke woorden of vaktaal.
  • Passieve zinnen zoals: “De aanvraag is goedgekeurd.”
    • Beter: “Wij hebben de aanvraag goedgekeurd.”

Extra aandacht: wat als schrijven moeilijk is?

Sommige mensen hebben extra moeite met schrijven. Dat kan komen doordat je de taal nog leert, of door bijvoorbeeld dyslexie.

Wat is dyslexie?
Dyslexie is een taalstoornis waardoor je hersenen taal anders verwerken. Lezen en schrijven gaat daardoor moeilijker, ook al begrijp je de inhoud goed. Het zegt niets over je intelligentie.

Hulp bij schrijven:

  • Taallessen of extra oefening bij school of gemeente
  • Schrijf-apps of spellingcontrole
  • Hulp van taalmaatjes of docenten
  • Luisterboeken om te leren hoe woorden klinken
  • Logopedie of begeleiding bij taalproblemen

Je staat er niet alleen voor – vraag hulp als schrijven lastig is.


Checklist voor goede teksten

  • Duidelijke titel en tussenkopjes
  • Korte, actieve zinnen
  • Eenvoudige woorden op B1-niveau
  • Correcte spelling en grammatica (voor B2 belangrijker)
  • Logische structuur: inleiding – middenstuk – slot
  • Juiste toon (formeel of informeel)
  • Schrijven vanuit de lezer

Slimme Nieuwslezer

Slimme Nieuwslezer is een online krant met nieuws op passend taalniveau.

  • Artikelen zijn echt en dagelijks geüpdatet.
  • Geschikt voor mensen met ongeveer A2-niveau.
  • Met een gratis account kun je korte nieuwsartikelen lezen en zo lezen en schrijven oefenen.

Tip: Gebruik dit overzicht als leidraad bij je eigen B1-teksten. Begin altijd met een duidelijke inleiding, gebruik tussenkopjes en korte alinea’s, maak opsommingen waar nodig en let op verbindingswoorden voor een logische structuur.


OEFENINGEN SCHRIJVEN B1

Tijdens het B1-examen schrijven (Staatsexamen NT2 Programma I) laat je zien dat je functioneel en duidelijk kunt schrijven in alledaagse situaties. Je krijgt meestal twee schrijfopdrachten:

  1. Korte schrijfopdracht – bijvoorbeeld een e-mail of notitie (60–80 woorden)
  2. Lange schrijfopdracht – bijvoorbeeld een klacht, sollicitatiebrief of instructie (120–150 woorden)

Voorbeelden

Voorbeeld 1 – Korte schrijfopdracht

Situatie: Je buurvrouw is ziek. Je wilt haar boodschappen doen.
Opdracht: Schrijf een kort briefje (60–80 woorden).

Voorbeeldtekst:

Beste buurvrouw,

Ik hoorde dat u ziek bent. Wat vervelend! Als u dat fijn vindt, kan ik boodschappen voor u doen. U hoeft alleen maar een lijstje te maken. Ik ga morgen toch naar de winkel, dus ik neem uw boodschappen graag mee.

Laat u maar weten of ik iets voor u kan doen.

Groeten,
Fatima


Voorbeeld 2 – Lange schrijfopdracht

Situatie: Je hebt een nieuwe telefoon gekocht, maar het scherm werkt niet goed.
Opdracht: Schrijf een brief van 120–150 woorden aan de winkel.

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Op 5 mei heb ik in uw winkel een nieuwe telefoon gekocht (Samsung Galaxy A52). Helaas werkt het scherm niet goed. Soms reageert het niet als ik iets aanraak. Ik heb hier al over gebeld, maar uw medewerker kon mij niet helpen.

Ik vind dit erg vervelend. Ik verwacht dat u dit snel oplost. Graag wil ik dat de telefoon wordt gerepareerd of dat ik een nieuw toestel krijg.

In de bijlage vindt u een kopie van mijn bon.

Ik hoor graag snel van u.

Met vriendelijke groet,
Jeroen de Vries


Voorbeeld 3 – Instructie of advies geven

Situatie: Een collega gaat voor het eerst een presentatie geven.
Opdracht: Schrijf een e-mail met advies (120–150 woorden).

Voorbeeldtekst:

Beste Tanja,

Wat leuk dat jij binnenkort een presentatie geeft! Ik heb dat al een paar keer gedaan, dus ik geef je graag wat tips.

Zorg dat je goed weet wat je wilt vertellen. Oefen je verhaal een paar keer hardop. Je kunt ook oefenen voor een vriend of familielid. Dan voel je je zekerder.

Kijk je publiek aan en praat niet te snel. En vergeet niet: fouten maken is helemaal niet erg. Blijf rustig en ga gewoon door.

Succes! Je kunt het!

Groeten,
Lisa


Voorbeeld 4 – Korte mededeling of bericht

Situatie: Je gaat een dagje weg en wilt vragen of de buurman je planten water wil geven.
Opdracht: Kort bericht (60–80 woorden).

Voorbeeldtekst:

Beste buurman,

Ik ga volgende week een dagje weg met vrienden. Zou u mijn planten kunnen water geven? Ze hebben elke dag water nodig. Ik zorg dat er een gieter klaarstaat.

Laat u het me weten? Alvast heel erg bedankt!

Groeten,
Anna


Voorbeeld 5 – Klachtbrief

Situatie: Internet werkt niet goed.
Opdracht: Schrijf een brief van 120–150 woorden.

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Sinds vorige week werkt mijn internet niet goed. De verbinding is vaak traag of valt helemaal weg. Ik heb al meerdere keren met uw klantenservice gebeld, maar het probleem is nog niet opgelost.

Dit is erg vervelend, omdat ik thuis moet werken. Ik verzoek u vriendelijk om mijn probleem zo snel mogelijk op te lossen of een monteur langs te sturen.

Mijn klantnummer is 123456.

Ik zie uw reactie graag tegemoet.

Met vriendelijke groet,
Mark Jansen


Voorbeeld 6 – Sollicitatiebrief

Situatie: Je solliciteert als winkelmedewerker.
Opdracht: Brief van 120–150 woorden.

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Via de website zag ik dat u een winkelmedewerker zoekt. Graag solliciteer ik naar deze functie.

Ik heb ervaring met klantcontact en ben vriendelijk en behulpzaam. Ook kan ik goed met kassa’s omgaan. Ik werk graag in een team en ben flexibel inzetbaar.

Ik hoop dat u mij uitnodigt voor een gesprek, zodat ik meer over mezelf kan vertellen.

Met vriendelijke groet,
Sophie de Boer


Tips voor oefenen

  • Lees en schrijf elke dag iets in het Nederlands.
  • Gebruik oefenboeken zoals Code+ deel 4 of Nederlands op Niveau.
  • Oefen met voorbeeldexamens op staatsexamensnt2.nl.
  • Vraag een docent, taalmaatje of AI-tool om je tekst na te kijken.
  • Let extra op fouten in lidwoorden (de, het, een), werkwoorden en woordvolgorde.
  • Wissel af tussen formele en informele teksten.

Tip

  • Schrijf daarna zelf een korte oefentekst of e-mail gebaseerd op wat je hebt gezien.
  • Kijk eerst een video volledig om de opbouw van een B1-tekst te zien.
  • Pauzeer om aantekeningen te maken over structuur, verbindingswoorden en voorbeeldzinnen.

Overzicht van woorden die je moet kennen

B1 Schrijven – Thema: Persoonlijke informatie

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over jezelf en anderen in alledaagse situaties, zoals:

  • Jezelf voorstellen
  • Familie, vrienden of collega’s beschrijven
  • Dagelijkse routine of hobby’s uitleggen
  • Persoonlijke gegevens doorgeven (adres, telefoon, e-mail)
  • Verzoeken of informatie vragen over jezelf

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik woon, Ik werk)
  • Gebruik tussenkopjes en verbindingswoorden om overzicht te houden
  • Controleer spelling en grammatica

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Jezelf voorstellen

Situatie: Je schrijft een e-mail aan een nieuwe collega.
Opdracht: 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Beste Marieke,

Mijn naam is Ahmed en ik werk sinds vorige week bij de administratie. Ik woon in Amsterdam en ik hou van lezen en fietsen. Ik kijk ernaar uit om samen te werken en elkaar beter te leren kennen.

Groeten,
Ahmed


Voorbeeld 2 – Familie beschrijven

Situatie: Je schrijft een kort bericht aan een vriend.
Opdracht: 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Hallo Lisa,

Ik wil je graag iets vertellen over mijn familie. Ik heb een broer en een zus. Mijn ouders wonen nog samen. We hebben een huisdier, een kat die Simba heet. We wonen in een klein dorp.

Groeten,
Fatima


Voorbeeld 3 – Dagelijkse routine

Situatie: Je schrijft een kort verslag voor school over je dag.
Opdracht: 80–100 woorden.

Voorbeeldtekst:

Mijn dag begint om 7 uur. Ik ontbijt en ga daarna naar mijn werk. Om 12 uur lunch ik met collega’s. Na het werk ga ik sporten of lezen. ’s Avonds kook ik en kijk ik tv. Daarna ga ik slapen om 23 uur.


Voorbeeld 4 – Hobby’s en vrije tijd

Situatie: Je schrijft een e-mail aan een nieuwe vriend om jezelf voor te stellen.
Opdracht: 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Beste Tom,

Ik wil je graag iets vertellen over mijn hobby’s. Ik hou van schilderen en muziek luisteren. In het weekend ga ik vaak fietsen met vrienden. Ook lees ik graag boeken. Wat zijn jouw hobby’s?

Groeten,
Sophie


Voorbeeld 5 – Persoonlijke gegevens doorgeven

Situatie: Je schrijft een e-mail naar een organisatie om je gegevens bij te werken.
Opdracht: 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Graag wil ik mijn contactgegevens aanpassen. Mijn nieuwe adres is: Kerkstraat 12, 1017 AB Amsterdam. Mijn nieuwe telefoonnummer is 06-12345678.

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Jeroen


Voorbeeld 6 – Verjaardag of speciale gelegenheid

Situatie: Je nodigt een vriend uit voor je verjaardag.
Opdracht: 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Beste Lisa,

Op 20 september vier ik mijn verjaardag. Ik nodig je graag uit om 15.00 uur bij mij thuis te komen. Er is eten en drinken. Laat je weten of je kunt komen?

Groeten,
Fatima


Woorden met voorbeeldzinnen – Persoonlijke informatie

  1. de naam – Mijn naam is Ahmed.
  2. de achternaam – Mijn achternaam is Jansen.
  3. de voornaam – Mijn voornaam is Fatima.
  4. het adres – Mijn adres is Kerkstraat 12, Amsterdam.
  5. de postcode – De postcode is 1017 AB.
  6. de woonplaats – Ik woon in Rotterdam.
  7. het telefoonnummer – Mijn telefoonnummer is 06-12345678.
  8. het e-mailadres – Mijn e-mailadres is fatima@mail.nl.
  9. de leeftijd – Ik ben 28 jaar oud.
  10. de geboortedatum – Mijn geboortedatum is 5 mei 1995.
  11. de geboorteplaats – Ik ben geboren in Utrecht.
  12. de nationaliteit – Mijn nationaliteit is Nederlands.
  13. het geslacht – Ik ben een vrouw.
  14. de familie – Mijn familie woont in dezelfde stad.
  15. de ouders – Mijn ouders zijn vriendelijk en behulpzaam.
  16. de broer – Ik heb een broer.
  17. de zus – Mijn zus heet Sophie.
  18. het kind – Ik heb één kind.
  19. de partner – Mijn partner heet Tom.
  20. de vriend – Mijn vriend woont dichtbij.
  21. de vriendin – Mijn vriendin heet Lisa.
  22. de collega – Mijn collega helpt mij vaak.
  23. de buurman – De buurman groet altijd vriendelijk.
  24. de buurvrouw – De buurvrouw geeft vaak tips.
  25. de hobby – Mijn hobby is schilderen.
  26. het vrije tijd – In mijn vrije tijd lees ik boeken.
  27. de sport – Ik speel elke week voetbal.
  28. het werk – Mijn werk is leuk en interessant.
  29. de school – Ik ga elke dag naar school.
  30. de studie – Mijn studie is psychologie.
  31. de cursus – Ik volg een taalcursus.
  32. het paspoort – Mijn paspoort is geldig tot 2027.
  33. de identiteitskaart – Mijn identiteitskaart ligt op tafel.
  34. de documenten – Ik heb mijn documenten nodig.
  35. de geboortekaart – Mijn ouders gaven mij een geboortekaart.
  36. de uitnodiging – Ik stuur een uitnodiging voor het feest.
  37. de verjaardag – Mijn verjaardag is op 20 september.
  38. het feest – Het feest begint om 15.00 uur.
  39. het huis – Ik woon in een groot huis.
  40. de straat – Mijn straat is rustig en schoon.
  41. de stad – Ik woon in een mooie stad.
  42. het dorp – Mijn dorp ligt dichtbij de rivier.
  43. het land – Mijn land is Nederland.
  44. de taal – Ik spreek Nederlands en Engels.
  45. de nationaliteit – Mijn nationaliteit is Nederlands.
  46. de identiteit – Mijn identiteit staat op het paspoort.
  47. de info – Ik geef mijn persoonlijke info door.
  48. de gegevens – Mijn gegevens zijn correct.
  49. het contact – Ik wil contact opnemen met de organisatie.
  50. de registratie – Mijn registratie is bevestigd.

B1 Schrijven – Thema: Vrije tijd & hobby’s

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over je hobby’s, vrije tijd en sociale activiteiten, zoals:

  • Uitnodigen voor een activiteit of feestje
  • Plannen maken met vrienden of familie
  • Beschrijven wat je in je vrije tijd doet
  • Advies geven over een activiteit
  • Korte verslagjes of berichten sturen

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik ga, Ik organiseer)
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden om overzicht te houden
  • Let op spelling, werkwoorden en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Uitnodiging voor een feestje

Situatie: Je wilt een vriend uitnodigen voor je verjaardag.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste Lisa,

Ik vier mijn verjaardag op zaterdag 20 september om 15.00 uur bij mij thuis. Ik nodig je graag uit. Er is eten en drinken. Laat je weten of je kunt komen?

Groeten,
Fatima


Voorbeeld 2 – Plannen maken

Situatie: Je wilt een dagje uit met vrienden.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Hallo allemaal,

Zullen we volgende zaterdag naar het museum gaan? We kunnen om 10 uur afspreken bij het station. Neem een lunchpakket mee. Laat weten wie er kan komen.

Groeten,
Jeroen


Voorbeeld 3 – Beschrijven van je hobby

Situatie: Je schrijft een kort bericht over wat je graag doet in je vrije tijd.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Hallo,

In mijn vrije tijd schilder ik graag. Ik vind het leuk om landschappen te maken. Soms ga ik ook wandelen in het park. Op zondag speel ik vaak spelletjes met vrienden.

Groeten,
Sophie


Voorbeeld 4 – Advies geven

Situatie: Een vriend wil een nieuwe hobby kiezen.
Opdracht: 80–100 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste Tom,

Als je een nieuwe hobby zoekt, kan ik schilderen aanraden. Het is ontspannend en creatief. Je hebt alleen verf, penselen en papier nodig. Je kunt thuis oefenen of een cursus volgen. Het is ook leuk om werk van anderen te bekijken en inspiratie op te doen.

Groeten,
Fatima


Voorbeeld 5 – Bericht over een activiteit

Situatie: Je wilt mededelen dat je gaat sporten of een activiteit organiseert.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Hallo vrienden,

Morgen ga ik om 17.00 uur fietsen in het park. Wie wil mee? Neem een fiets en een helm mee. Het wordt gezellig en we doen rustig aan. Laat even weten wie er kan komen.

Groeten,
Ahmed


Voorbeeld 6 – Kort verslag van een activiteit

Situatie: Je schrijft een kort verslag over een activiteit die je hebt gedaan.
Opdracht: 80–100 woorden

Voorbeeldtekst:

Zaterdag ben ik naar het strand geweest met mijn vrienden. We hebben gezwommen en een picknick gehad. Het weer was mooi en de zon scheen. We hebben ook een spel gespeeld en veel gelachen. Het was een leuke en ontspannen dag. Ik wil dit zeker nog eens doen.


Woorden met voorbeeldzinnen – Vrije tijd & hobby’s

  1. de hobby – Mijn hobby is schilderen.
  2. het sporten – Ik doe elke week aan sporten.
  3. het spel – We spelen een spel in het park.
  4. de activiteit – Ik neem deel aan een activiteit op school.
  5. het feestje – Ik ga naar een feestje van mijn vriend.
  6. de uitnodiging – Ik stuur een uitnodiging naar mijn vrienden.
  7. de muziek – Ik luister graag naar muziek.
  8. het instrument – Ik speel gitaar als instrument.
  9. het lezen – Ik houd van lezen in mijn vrije tijd.
  10. het schilderen – Ik vind schilderen ontspannend.
  11. het tekenen – Soms teken ik in een schetsboek.
  12. het museum – Ik bezoek graag een museum.
  13. het park – We wandelen in het park.
  14. het weekend – In het weekend ga ik fietsen.
  15. de vriend – Mijn vriend speelt ook mee.
  16. de vriendin – Mijn vriendin komt ook naar het feest.
  17. de groep – We doen activiteiten in een groep.
  18. de club – Ik zit in een sportclub.
  19. het lid – Ik ben lid van de tennisclub.
  20. de cursus – Ik volg een cursus fotografie.
  21. de wandeling – Elke ochtend maak ik een wandeling.
  22. de sport – Mijn sport is voetbal.
  23. het toernooi – Ik speel mee in het toernooi.
  24. de ontspanning – Mijn hobby geeft ontspanning.
  25. de vakantie – In de vakantie ga ik op reis.
  26. de reis – We maken een reis naar Frankrijk.
  27. de natuur – Ik wandel graag in de natuur.
  28. het zwembad – We gaan naar het zwembad.
  29. het strand – Ik lig graag op het strand.
  30. het evenement – We bezoeken een evenement in de stad.
  31. het café – Ik ga naar een café met vrienden.
  32. de film – Ik kijk een film in de bioscoop.
  33. het theater – Ik ga naar het theater.
  34. de voorstelling – De voorstelling was leuk.
  35. de dans – Ik volg een dansles.
  36. de zang – Ik neem zanglessen.
  37. de repetitie – We hebben repetitie voor het koor.
  38. het concert – Ik ga naar een concert van een band.
  39. het lidmaatschap – Mijn lidmaatschap is geldig tot december.
  40. het ticket – Ik koop een ticket voor het evenement.
  41. de wedstrijd – Ik kijk naar de wedstrijd op tv.
  42. de competitie – Mijn team doet mee aan een competitie.
  43. de sportclub – Ik train bij een sportclub.
  44. de begeleiding – De begeleiding bij de cursus is goed.
  45. de trainer – De trainer legt de oefeningen uit.
  46. de coach – De coach helpt ons bij de training.
  47. het plezier – Het sporten geeft veel plezier.
  48. de ontspanningsactiviteit – Ik doe ontspanningsactiviteiten in het weekend.
  49. de vakantieactiviteit – Tijdens vakantie doen we leuke activiteiten.
  50. de recreatie – Ik ga naar recreatiecentrum in het park.

Thema: Winkelen & diensten

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over winkelen, aankopen en diensten, zoals:

  • Producten kopen of terugbrengen
  • Informatie vragen over prijzen, levering of openingstijden
  • Klacht indienen bij een winkel of dienstverlener
  • Verzoek om reparatie of service
  • Eenvoudige bestellingen plaatsen

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik bestel, Ik vraag)
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden voor overzicht
  • Controleer spelling, werkwoorden en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Vraag om informatie over product

Situatie: Je wilt weten of een product beschikbaar is.
Opdracht: Schrijf een e-mail van 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Kunt u mij vertellen of de rode trui maat M op voorraad is? Ook hoor ik graag de prijs.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 2 – Bestelling plaatsen

Situatie: Je wilt een product bestellen via e-mail.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Graag bestel ik het volgende product: blauwe jas, maat L. Kunt u bevestigen of deze op voorraad is en wanneer hij geleverd wordt?

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeld 3 – Klacht over product

Situatie: Je hebt een product gekocht, maar het werkt niet goed.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Op 5 september heb ik een koffiezetapparaat gekocht in uw winkel. Helaas werkt het apparaat niet goed: hij zet geen koffie. Ik heb al geprobeerd het apparaat volgens de handleiding te gebruiken.

Ik verzoek u vriendelijk om het apparaat te repareren of te ruilen. In de bijlage vindt u een kopie van de bon.

Ik hoor graag snel van u.

Met vriendelijke groet,
Jeroen


Voorbeeld 4 – Verzoek om reparatie

Situatie: Je wilt dat een kapot product gerepareerd wordt.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Mijn wasmachine werkt niet meer goed. Hij maakt een vreemd geluid en stopt halverwege. Kunt u een afspraak maken voor reparatie?

Alvast bedankt.

Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeld 5 – Retour sturen

Situatie: Een product is verkeerd geleverd.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Op 10 september heb ik een bestelling geplaatst bij uw webshop (bestelnummer 12345). Helaas heb ik het verkeerde product ontvangen: in plaats van een blauwe jas maat M kreeg ik een zwarte jas maat L.

Ik verzoek u vriendelijk om het juiste product te sturen of de bestelling te annuleren en terug te betalen. In de bijlage vindt u een foto van het ontvangen product en de bon.

Met vriendelijke groet,
Anna


Voorbeeld 6 – Openingstijden of dienstinformatie

Situatie: Je wilt weten wanneer een winkel open is of welke diensten beschikbaar zijn.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Kunt u mij vertellen wat uw openingstijden zijn in het weekend? Ook wil ik graag weten of u een cadeauverpakking kunt maken voor een bestelling.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Woorden met voorbeeldzinnen – Winkelen & diensten

  1. de winkel – Ik ga naar de winkel om boodschappen te doen.
  2. de supermarkt – De supermarkt is open tot 20.00 uur.
  3. de kledingwinkel – Ik koop een jas in de kledingwinkel.
  4. het product – Ik zoek een product op de website.
  5. de bestelling – Mijn bestelling is gisteren geleverd.
  6. de levering – De levering duurt 3 werkdagen.
  7. het bonnetje – Ik heb het bonnetje van de aankoop.
  8. de rekening – De rekening klopt niet.
  9. de prijs – Wat is de prijs van deze jas?
  10. de korting – Er is 20% korting op schoenen.
  11. de factuur – Ik ontvang de factuur per e-mail.
  12. de retour – Ik wil het product retour sturen.
  13. de ruil – Ik wil de jas ruilen voor maat M.
  14. de klacht – Ik stuur een klacht naar de winkel.
  15. het verzoek – Ik heb een verzoek om informatie.
  16. de reparatie – De reparatie duurt ongeveer een week.
  17. de service – De klantenservice helpt goed.
  18. de openingstijd – Wat zijn de openingstijden van de winkel?
  19. de leveringstijd – De leveringstijd is te lang.
  20. het pakket – Het pakket is vandaag bezorgd.
  21. het magazijn – Het product ligt in het magazijn.
  22. de webshop – Ik bestel via de webshop.
  23. het kassabonnetje – Bewaar het kassabonnetje bij een retour.
  24. de medewerker – De medewerker helpt mij bij de keuze.
  25. de winkelwagen – Ik zet producten in mijn winkelwagen.
  26. de betaling – De betaling kan met pin of contant.
  27. de facturatie – De facturatie gaat via e-mail.
  28. het productnummer – Het productnummer staat op de verpakking.
  29. de garantie – Het product heeft een garantie van 2 jaar.
  30. de handleiding – Lees de handleiding bij het product.
  31. het servicepunt – Het servicepunt helpt bij reparaties.
  32. het contactformulier – Vul het contactformulier in voor vragen.
  33. de retourzending – Ik stuur een retourzending terug naar de winkel.
  34. het probleem – Ik heb een probleem met het product.
  35. de oplossing – De winkel biedt een oplossing aan.
  36. de vervanging – Ik vraag om een vervanging van het product.
  37. de aflevering – De aflevering van mijn pakket is vertraagd.
  38. de klantenservice – De klantenservice reageert snel.
  39. de leverancier – De leverancier levert op tijd.
  40. de factuurdatum – De factuurdatum staat bovenaan.
  41. het ordernummer – Het ordernummer heb ik genoteerd.
  42. de betalingstermijn – De betalingstermijn is 14 dagen.
  43. de servicekosten – Zijn er servicekosten bij de levering?
  44. de aanbieding – De aanbieding geldt tot zondag.
  45. het productassortiment – Het productassortiment is groot.
  46. de winkelketen – De winkelketen heeft 50 vestigingen.
  47. de retourprocedure – De retourprocedure staat op de website.
  48. de verzendkosten – De verzendkosten zijn gratis bij bestellingen boven €50.
  49. de kortingscode – Ik gebruik een kortingscode bij mijn bestelling.
  50. het aankoopbewijs – Het aankoopbewijs heb ik bewaard voor garantie.

Thema: Reizen & vervoer

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over reizen, vervoer en mobiliteit, zoals:

  • Vervoer regelen (bus, trein, taxi, vlucht)
  • Informatie vragen over routes, vertrektijden of prijzen
  • Problemen melden tijdens een reis (vertraging, verloren bagage)
  • Hotelreserveringen of andere accommodaties regelen
  • Korte reisverslagen of planningen schrijven

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik vertrek, Ik boek)
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden
  • Controleer spelling, werkwoorden en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Informatie vragen over vervoer

Situatie: Je wilt weten wanneer de trein vertrekt.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Kunt u mij vertellen hoe laat de trein van Amsterdam naar Utrecht vertrekt op 15 september? Is er een directe verbinding?

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeld 2 – Reservering maken

Situatie: Je wilt een hotelkamer boeken.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Ik wil een hotelkamer reserveren van 20 tot 23 september voor twee personen. Kunt u mij informeren over de beschikbaarheid en de prijs?

Alvast bedankt.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 3 – Klacht over vertraging

Situatie: Je trein had veel vertraging.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Op 10 september had ik de trein van Rotterdam naar Amsterdam om 08.00 uur. Helaas had de trein 45 minuten vertraging, waardoor ik mijn afspraak miste.

Ik vind dit erg vervelend en wil graag weten of ik een vergoeding kan krijgen voor deze vertraging.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Jeroen


Voorbeeld 4 – Route of uitleg vragen

Situatie: Je wilt weten hoe je ergens kunt komen.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste meneer/mevrouw,

Kunt u mij vertellen hoe ik van het centraal station naar het museum kan komen? Is het beter om te lopen of met de bus te gaan?

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeld 5 – Bagage of verloren voorwerp melden

Situatie: Je bent iets kwijt in het vliegtuig of de trein.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Tijdens mijn reis van Amsterdam naar Parijs heb ik mijn rugzak verloren. In de rugzak zaten mijn portemonnee en documenten. Kunt u mij vertellen waar ik dit kan melden en of er iets is gevonden?

Met vriendelijke groet,
Anna


Voorbeeld 6 – Kort reisverslag

Situatie: Je schrijft een kort verslag over een dagtrip.
Opdracht: 80–100 woorden

Voorbeeldtekst:

Vandaag ben ik naar Den Haag geweest. Ik reisde met de trein en het was rustig. Eerst bezocht ik het Mauritshuis en daarna liep ik naar het Binnenhof. ’s Middags dronk ik koffie in een café. Het was een leuke en ontspannen dag. Ik heb veel foto’s gemaakt.


Woorden met voorbeeldzinnen – Reizen & vervoer

  1. de reis – Mijn reis naar België was leuk.
  2. het vervoer – Ik gebruik openbaar vervoer naar mijn werk.
  3. de trein – Ik neem de trein naar Utrecht.
  4. de bus – De bus vertrekt om 08.15 uur.
  5. de tram – Ik neem de tram naar het centrum.
  6. de metro – De metro rijdt elke 10 minuten.
  7. het vliegtuig – Ik vlieg volgende week naar Spanje.
  8. de vlucht – Mijn vlucht vertrekt om 12.00 uur.
  9. het ticket – Ik heb een ticket gekocht online.
  10. de reservering – Mijn hotelreservering is bevestigd.
  11. de bagage – Mijn bagage is zoekgeraakt.
  12. het paspoort – Ik neem mijn paspoort mee op reis.
  13. de bestemming – Onze bestemming is Parijs.
  14. het station – Ik wacht op het station.
  15. het perron – De trein vertrekt vanaf perron 5.
  16. de halte – De bus stopt bij halte Centrum.
  17. het bord – Op het bord staat de vertrektijd.
  18. de route – Ik zoek de snelste route naar school.
  19. de kaart – Ik koop een kaartje bij de automaat.
  20. de prijs – Wat is de prijs van een enkeltje?
  21. de vertraging – De trein heeft 15 minuten vertraging.
  22. de aankomst – De aankomst is gepland om 10 uur.
  23. het vertrek – Het vertrek van de trein is op tijd.
  24. de conducteur – De conducteur controleert de tickets.
  25. de chauffeur – De buschauffeur helpt met bagage.
  26. de bagageclaim – Ik wacht bij de bagageclaim.
  27. het hotel – Ik verblijf drie nachten in het hotel.
  28. de kamer – De kamer is groot en schoon.
  29. de receptie – Bij de receptie krijg ik de sleutel.
  30. de reserveringsbevestiging – Ik heb een reserveringsbevestiging ontvangen.
  31. de check-in – De check-in begint 2 uur voor vertrek.
  32. de check-out – De check-out is om 11.00 uur.
  33. de taxi – Ik neem een taxi naar huis.
  34. de huurauto – We hebben een huurauto voor de reis.
  35. de fiets – Ik neem mijn fiets mee op reis.
  36. de kaartautomaat – Ik koop een kaartje bij de kaartautomaat.
  37. het spoednummer – Bel het spoednummer bij nood.
  38. de routebeschrijving – De website geeft een routebeschrijving.
  39. de reisverzekering – Mijn reisverzekering dekt schade en verlies.
  40. de gids – De gids vertelt interessante dingen.
  41. de plattegrond – Ik gebruik een plattegrond van de stad.
  42. het verkeer – Het verkeer is druk in de stad.
  43. de file – Er is een file op de snelweg.
  44. de verkeersregels – Houd je aan de verkeersregels.
  45. de pas – Ik toon mijn OV-pas.
  46. de overstap – Ik heb één overstap in Rotterdam.
  47. de aansluitende trein – De aansluitende trein vertrekt om 09.30 uur.
  48. de bagagedienst – De bagagedienst helpt bij het vervoer van koffers.
  49. het retourticket – Ik koop een retourticket naar Utrecht.
  50. de informatiebalie – Bij de informatiebalie krijg ik hulp.

Thema: Gezondheid

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over gezondheid en medische situaties, zoals:

  • Afspraak maken bij de huisarts of specialist
  • Klacht of probleem beschrijven
  • Advies vragen over behandeling, medicijnen of leefstijl
  • Recepten en apotheekzaken
  • Korte verslagen of e-mails over gezondheid

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik heb pijn, Ik bel de dokter)
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden
  • Controleer spelling, werkwoorden en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Afspraak maken bij de huisarts

Situatie: Je wilt een afspraak voor een controle.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Ik wil graag een afspraak maken bij de huisarts voor een controle. Heeft u een mogelijkheid deze week?

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeld 2 – Klacht of probleem beschrijven

Situatie: Je hebt sinds gisteren buikpijn.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Ik heb sinds gisteren pijn in mijn buik. De pijn is af en toe scherp en ik voel mij moe. Kunt u mij adviseren wat ik moet doen?

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 3 – Vraag om advies

Situatie: Je wilt weten wat je kunt doen tegen keelpijn.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte dokter,

Ik heb al drie dagen keelpijn en voel mij moe. Ik weet niet zeker of ik medicijnen moet nemen of dat het vanzelf overgaat.

Kunt u mij advies geven wat het beste is om sneller beter te worden? Ook hoor ik graag of ik bepaalde voedingsmiddelen moet vermijden.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Jeroen


Voorbeeld 4 – Recept aanvragen

Situatie: Je hebt nieuwe medicijnen nodig.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte dokter,

Mijn medicijnen zijn bijna op. Kunt u een recept voor mij klaarzetten bij de apotheek? Het gaat om Paracetamol 500 mg.

Alvast bedankt.

Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeld 5 – Afspraak annuleren of verzetten

Situatie: Je kunt niet naar de afspraak bij de specialist.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte mevrouw,

Helaas kan ik de afspraak bij de specialist op 12 september om 10.00 uur niet bijwonen. Kunt u een nieuwe afspraak plannen in de week erna?

Met vriendelijke groet,
Anna


Voorbeeld 6 – Korte mededeling aan huisarts of apotheek

Situatie: Je meldt dat je ziek bent en thuisblijft.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Ik ben ziek en blijf vandaag thuis. Ik voel mij erg moe en heb koorts. Kunt u noteren dat ik vandaag niet op werk kan komen?

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Veelvoorkomende klachten

KlachtVoorbeeldzin
HoofdpijnIk heb sinds vanochtend hoofdpijn.
KeelpijnMijn keel doet pijn en ik kan moeilijk slikken.
KoortsIk heb koorts en voel mij erg moe.
BuikpijnIk heb pijn in mijn buik sinds gisteren.
MisselijkheidIk voel mij misselijk en heb weinig eetlust.
HoestenIk hoest veel en ben verkouden.
VerkoudheidIk heb een verkoudheid met loopneus en keelpijn.
RugpijnIk heb al een week pijn in mijn onderrug.
Verstuikte enkelIk heb mijn enkel verstuikt en kan niet goed lopen.
AllergieIk krijg uitslag door een allergie voor noten.

Handige zinnen:

Een afspraak maken

  • Ik wil graag een afspraak maken bij de dokter.
  • Kunt u mij zo snel mogelijk helpen?
  • Ik ben beschikbaar op [dag/tijd].

Een klacht beschrijven

  • Ik heb sinds [tijd] [klacht].
  • De pijn zit vooral in [plaats].
  • Ik voel mij ook [symptoom].

Advies of hulp vragen

  • Kunt u mij adviseren wat ik moet doen?
  • Heeft u medicijnen voor mijn klacht?
  • Moet ik naar het ziekenhuis komen?

Afsluiting

  • Alvast bedankt voor uw antwoord.
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,

Woorden met voorbeeldzinnen – Gezondheid

  1. de huisarts – Ik wil graag een afspraak bij de huisarts maken.
  2. de afspraak – Kunt u een afspraak voor mij plannen om mijn klachten te bespreken?
  3. de pijn – Ik heb sinds gisteren pijn in mijn buik. Kunt u daarnaar kijken?
  4. gezond – Kunt u mij advies geven hoe ik gezond kan blijven?
  5. ziek – Ik voel mij ziek en wil graag dat u mij onderzoekt.
  6. het recept – Kunt u mij een recept geven voor medicijnen tegen mijn klachten?
  7. de apotheek – Kan ik het recept ophalen bij de apotheek?
  8. de dokter – De dokter kan mij onderzoeken en advies geven.
  9. het ziekenhuis – Moet ik naar het ziekenhuis voor verder onderzoek?
  10. de klachten – Ik heb klachten zoals hoesten en keelpijn. Kunt u helpen?
  11. de koorts – Ik heb hoge koorts en voel mij moe. Wat raadt u aan?
  12. de medicijnen – Welke medicijnen kan ik gebruiken om beter te worden?
  13. het onderzoek – Kan de dokter een onderzoek doen om te zien wat er aan de hand is?
  14. het advies – Kunt u mij advies geven over wat ik moet doen?
  15. de verzekering – Worden de kosten van dit onderzoek door mijn verzekering betaald?
  16. de eerste hulp – Moet ik naar de eerste hulp als mijn klachten erger worden?
  17. het consult – Ik wil een consult bij de specialist aanvragen.
  18. de pijnstiller – Kunt u een pijnstiller voorschrijven tegen mijn hoofdpijn?
  19. de behandeling – Welke behandeling raadt u aan voor mijn klachten?
  20. de operatie – Is een operatie nodig voor mijn probleem?
  21. de verwonding – Ik heb een verwonding aan mijn arm. Kunt u die bekijken?
  22. de ambulance – Moet ik een ambulance bellen bij ernstige klachten?
  23. de symptomen – Kunt u de symptomen bekijken en uitleggen wat het betekent?
  24. de infectie – Denkt u dat dit een infectie is? Moet ik medicijnen nemen?
  25. de therapie – Welke therapie raadt u aan na de behandeling?
  26. de specialist – Moet ik de specialist bezoeken voor verder onderzoek?
  27. de vaccinatie – Kan ik een vaccinatie krijgen tegen griep?
  28. de injectie – Moet ik een injectie krijgen voor deze behandeling?
  29. de controle – Wanneer moet ik terugkomen voor een controle?
  30. het consultatiebureau – Kunt u het consultatiebureau inschakelen voor controle van mijn kind?
  31. de hartslag – Kunt u mijn hartslag en bloeddruk meten?
  32. de bloeddruk – Mijn bloeddruk voelt hoog aan. Kunt u dat controleren?
  33. de afspraak maken – Ik wil graag een afspraak maken bij de dokter voor mijn klachten.
  34. de specialist bezoeken – Is het nodig dat ik de specialist bezoek voor mijn rug?
  35. de gezonde voeding – Kunt u advies geven over gezonde voeding?
  36. de beweging – Welke beweging of oefeningen zijn goed voor mijn gezondheid?
  37. de rust – Hoeveel rust heb ik nodig om te herstellen?
  38. de herstelperiode – Hoelang duurt de herstelperiode na deze behandeling?
  39. de pijnklachten – Mijn pijnklachten zijn hevig. Wat raadt u aan?
  40. de wond – Kunt u mijn wond bekijken en verbinden?
  41. de koorts meten – Kunt u mijn koorts meten om te zien of het beter gaat?
  42. de symptomen herkennen – Kunt u helpen de symptomen te herkennen en behandelen?
  43. de allergie – Ik heb een allergie voor noten. Moet ik hier rekening mee houden bij medicijnen?
  44. de dokter bellen – Wanneer moet ik de dokter bellen bij verergering van de klachten?
  45. de bijwerkingen – Zijn er bijwerkingen van deze medicijnen waar ik op moet letten?
  46. de infectie voorkomen – Wat kan ik doen om een infectie te voorkomen?
  47. de gezondheid verbeteren – Kunt u tips geven om mijn gezondheid te verbeteren?
  48. de preventie – Welke preventie kunt u aanraden tegen ziektes?
  49. de pijn verlichten – Wat kan ik doen om de pijn te verlichten?
  50. de spoedeisende hulp – Wanneer moet ik naar de spoedeisende hulp gaan?

  1. de huisarts – Ik ga morgen naar de huisarts voor een controle.
  2. de afspraak – Ik heb een afspraak bij de tandarts om 10 uur.
  3. de pijn – Ik heb pijn in mijn buik sinds gisteren.
  4. gezond – Het is belangrijk om gezond te eten en te bewegen.
  5. ziek – Ik blijf thuis omdat ik ziek ben.
  6. het recept – De huisarts gaf mij een recept voor medicijnen.
  7. de apotheek – Ik haal mijn medicijnen bij de apotheek.
  8. de dokter – De dokter onderzoekt mij als ik klachten heb.
  9. het ziekenhuis – Ze brengen mij naar het ziekenhuis voor een operatie.
  10. de klachten – Mijn klachten zijn hoesten en keelpijn.
  11. de koorts – Ik heb hoge koorts en voel mij moe.
  12. de medicijnen – Ik slik medicijnen om beter te worden.
  13. het onderzoek – De dokter doet een onderzoek van mijn hart.
  14. het advies – De dokter gaf mij het advies om te rusten.
  15. de verzekering – Mijn zorgverzekering betaalt een deel van de behandeling.
  16. de eerste hulp – Bij een ongeluk ga ik naar de eerste hulp.
  17. het consult – Ik had een consult bij de specialist gisteren.
  18. de pijnstiller – Ik neem een pijnstiller tegen mijn hoofdpijn.
  19. de behandeling – De behandeling duurde een uur bij de fysiotherapeut.
  20. de operatie – Ze kreeg een operatie aan haar knie.
  21. de verwonding – Hij heeft een verwonding aan zijn arm.
  22. de ambulance – De ambulance bracht het kind naar het ziekenhuis.
  23. de symptomen – De symptomen van griep zijn koorts en hoesten.
  24. de infectie – De dokter zegt dat ik een infectie heb.
  25. de therapie – Na de operatie volgde ik een korte therapie.
  26. de specialist – De specialist kijkt naar mijn oogproblemen.
  27. de vaccinatie – Ik kreeg een vaccinatie tegen griep.
  28. de injectie – De verpleegkundige gaf mij een injectie in de arm.
  29. de controle – Ik ga elke zes maanden voor een controle.
  30. het consultatiebureau – Het consultatiebureau controleert de groei van mijn kind.
  31. de hartslag – De dokter meet mijn hartslag en bloeddruk.
  32. de bloeddruk – Mijn bloeddruk is normaal volgens de dokter.
  33. de afspraak maken – Ik wil een afspraak maken bij de tandarts.
  34. de specialist bezoeken – Ik moet de specialist bezoeken voor mijn rug.
  35. de gezonde voeding – Gezonde voeding helpt om fit te blijven.
  36. de beweging – Regelmatige beweging is goed voor je gezondheid.
  37. de rust – Na ziekte heb ik veel rust nodig.
  38. de herstelperiode – Tijdens de herstelperiode mag ik niet sporten.
  39. de pijnklachten – Mijn pijnklachten zijn minder sinds ik medicijnen neem.
  40. de wond – De verpleegkundige reinigde mijn wond zorgvuldig.
  41. de koorts meten – Elke ochtend meet ik mijn koorts.
  42. de symptomen herkennen – Het is belangrijk om symptomen snel te herkennen.
  43. de allergie – Ik heb een allergie voor noten.
  44. de dokter bellen – Bij ernstige klachten moet je de dokter bellen.
  45. de bijwerkingen – Sommige medicijnen hebben bijwerkingen zoals duizeligheid.
  46. de infectie voorkomen – Goede hygiëne helpt een infectie voorkomen.
  47. de gezondheid verbeteren – Sporten en gezond eten verbeteren je gezondheid.
  48. de preventie – Vaccinaties zijn belangrijk voor preventie van ziekten.
  49. de pijn verlichten – De medicijnen helpen om de pijn te verlichten.
  50. de spoedeisende hulp – Bij een ernstig ongeluk ga je naar de spoedeisende hulp.

Overige woorden en zinnen met betrekking tot gezondheid

de huisarts – Ik ga morgen naar de huisarts voor een controle.
de afspraak – Ik heb een afspraak bij de tandarts om 10 uur.
de pijn – Ik heb pijn in mijn buik sinds gisteren.
gezond – Het is belangrijk om gezond te eten en te bewegen.
ziek – Ik blijf thuis omdat ik ziek ben.
het recept – De huisarts gaf mij een recept voor medicijnen.
de apotheek – Ik haal mijn medicijnen bij de apotheek.
de dokter – De dokter onderzoekt mij als ik klachten heb.
het ziekenhuis – Ze brengen mij naar het ziekenhuis voor een operatie.
de klachten – Mijn klachten zijn hoesten en keelpijn.
de koorts – Ik heb hoge koorts en voel mij moe.
de medicijnen – Ik slik medicijnen om beter te worden.
het onderzoek – De dokter doet een onderzoek van mijn hart.
het advies – De dokter gaf mij het advies om te rusten.
de verzekering – Mijn zorgverzekering betaalt een deel van de behandeling.
de eerste hulp – Bij een ongeluk ga ik naar de eerste hulp.
het consult – Ik had een consult bij de specialist gisteren.
de pijnstiller – Ik neem een pijnstiller tegen mijn hoofdpijn.
de behandeling – De behandeling duurde een uur bij de fysiotherapeut.
de operatie – Ze kreeg een operatie aan haar knie.
de verwonding – Hij heeft een verwonding aan zijn arm.
de ambulance – De ambulance bracht het kind naar het ziekenhuis.
de symptomen – De symptomen van griep zijn koorts en hoesten.
de infectie – De dokter zegt dat ik een infectie heb.
de therapie – Na de operatie volgde ik een korte therapie.
de specialist – De specialist kijkt naar mijn oogproblemen.
de vaccinatie – Ik kreeg een vaccinatie tegen griep.
de injectie – De verpleegkundige gaf mij een injectie in de arm.
de controle – Ik ga elke zes maanden voor een controle.
het consultatiebureau – Het consultatiebureau controleert de groei van mijn kind.
de hartslag – De dokter meet mijn hartslag en bloeddruk.
de bloeddruk – Mijn bloeddruk is normaal volgens de dokter.
de afspraak maken – Ik wil een afspraak maken bij de tandarts.
de specialist bezoeken – Ik moet de specialist bezoeken voor mijn rug.
de gezonde voeding – Gezonde voeding helpt om fit te blijven.
de beweging – Regelmatige beweging is goed voor je gezondheid.
de rust – Na ziekte heb ik veel rust nodig.
de herstelperiode – Tijdens de herstelperiode mag ik niet sporten.
de pijnklachten – Mijn pijnklachten zijn minder sinds ik medicijnen neem.
de wond – De verpleegkundige reinigde mijn wond zorgvuldig.
de koorts meten – Elke ochtend meet ik mijn koorts.
de symptomen herkennen – Het is belangrijk om symptomen snel te herkennen.
de allergie – Ik heb een allergie voor noten.
de dokter bellen – Bij ernstige klachten moet je de dokter bellen.
de bijwerkingen – Sommige medicijnen hebben bijwerkingen zoals duizeligheid.
de infectie voorkomen – Goede hygiëne helpt een infectie voorkomen.
de gezondheid verbeteren – Sporten en gezond eten verbeteren je gezondheid.
de preventie – Vaccinaties zijn belangrijk voor preventie van ziekten.
de pijn verlichten – De medicijnen helpen om de pijn te verlichten.
de spoedeisende hulp – Bij een ernstig ongeluk ga je naar de spoedeisende hulp.


Oefenblad: E-mail of brief aan de huisarts – B1 Schrijven

Stap 1: Kies je klacht

Gebruik één of meerdere klachten uit deze lijst:

  • buikpijn
  • hoofdpijn
  • keelpijn
  • koorts
  • hoesten
  • misselijkheid
  • verwonding aan arm of been

Stap 2: Gebruik handige zinnen om je verzoek te schrijven

  • Ik wil graag een afspraak maken bij de huisarts.
  • Kunt u mijn klachten bekijken?
  • Sinds [tijd] heb ik [klacht].
  • Ik voel mij [symptoom].
  • Kunt u advies geven wat ik het beste kan doen?
  • Moet ik medicijnen gebruiken of rust nemen?
  • Wanneer moet ik terugkomen voor een controle?
  • Zijn er bijwerkingen van de medicijnen waar ik op moet letten?
  • Moet ik naar het ziekenhuis of de spoedeisende hulp?

Stap 3: Sluit af

  • Alvast bedankt voor uw antwoord.
  • Met vriendelijke groet,
  • [Je naam]

Voorbeeldtekst B1:

Onderwerp: Afspraak maken – buikpijn

Geachte dokter,

Ik wil graag een afspraak maken bij de huisarts. Sinds gisteren heb ik pijn in mijn buik en voel mij misselijk. Kunt u mijn klachten bekijken en advies geven wat ik het beste kan doen? Moet ik medicijnen gebruiken of rust nemen?

Alvast bedankt voor uw antwoord.

Met vriendelijke groet,
[Naam]


Tip voor oefenen:

  1. Schrijf zelf 3 variaties van deze e-mail met verschillende klachten.
  2. Probeer minimaal 5 van de handige zinnen in je tekst te gebruiken.
  3. Let op duidelijke structuur: openingszin → klacht beschrijven → verzoek om advies → afsluiting.

Thema: Werk

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over werk en praktische situaties op het werk, zoals:

  • Verzoeken indienen (bijv. verlof, extra uren)
  • Problemen of klachten melden
  • Feedback vragen of geven
  • Afspraak maken met collega, baas of HR
  • Solliciteren of een motivatiebrief schrijven

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik wil, Ik heb, Wij vragen)
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden
  • Controleer spelling, werkwoorden en lidwoorden

Woordenschat

de baan – Ik heb een nieuwe baan bij een kantoor gevonden.
de werkgever – Mijn werkgever vraagt mij om extra uren te werken.
de werknemer – Als werknemer moet ik op tijd beginnen.
het werk – Mijn werk is soms druk, maar leuk.
het kantoor – Ik werk op kantoor van 9 tot 17 uur.
de collega – Mijn collega helpt mij met het nieuwe project.
de vergadering – We hebben morgen een vergadering over het project.
het team – Ik werk samen met een groot team aan dit project.
de taak – Mijn taak vandaag is het voorbereiden van een presentatie.
het rooster – Kunt u mijn rooster voor volgende week doorgeven?
het contract – Ik heb een contract voor één jaar gekregen.
de vakantie – Ik wil graag vakantie aanvragen in augustus.
het verlof – Kan ik verlof krijgen voor mijn bruiloft?
de overuren – Ik heb vorige week overuren gemaakt.
de klacht – Ik wil een klacht melden over mijn salaris.
de afspraak – Ik heb een afspraak met mijn baas om 10 uur.
de sollicitatie – Ik stuur een sollicitatie voor de functie van winkelmedewerker.
het CV – Ik heb mijn CV bijgevoegd bij mijn sollicitatie.
de motivatiebrief – Ik heb een motivatiebrief geschreven voor de baan.
de ervaring – Ik heb veel ervaring met klantenservice.
de werktijden – Mijn werktijden zijn van 8 tot 16 uur.
het salaris – Kunt u bevestigen wanneer ik mijn salaris ontvang?
de promotie – Ik hoop op een promotie volgend jaar.
de opleiding – Ik volg een opleiding om mijn werk beter te doen.
de training – Volgende week is er een training over veiligheid.
het overleg – Ik wil een overleg plannen met mijn team.
de feedback – Kunt u feedback geven over mijn werk?
de verantwoordelijkheid – Ik neem verantwoordelijkheid voor mijn project.
het project – Ik werk aan een belangrijk project voor ons team.
het rapport – Ik stuur het rapport vandaag nog naar u.
de presentatie – Ik geef morgen een presentatie aan mijn collega’s.
de instructies – Kunt u de instructies voor deze taak sturen?
de deadline – Kunt u bevestigen wat de deadline is?
de afspraak maken – Ik wil een afspraak maken met mijn leidinggevende.
de problemen melden – Ik wil de problemen met mijn computer melden.
het verzoek – Ik stuur een verzoek om extra verlof.
de oplossing – Kunt u een oplossing bieden voor dit probleem?
de vergaderzaal – De vergadering is in de vergaderzaal op de eerste verdieping.
het beleid – Kunt u uitleggen wat het nieuwe beleid over ziekteverlof is?
de taakverdeling – Kunt u de taakverdeling in het team uitleggen?
het teamoverleg – We bespreken dit tijdens het teamoverleg.
de werkdruk – De werkdruk is soms hoog, maar ik kan het aan.
de werkplek – Mijn werkplek is op kantoor naast de ramen.
de urenregistratie – Kunt u bevestigen dat mijn urenregistratie klopt?
de afwezigheid – Ik meld mijn afwezigheid bij HR.
de verantwoordelijkheid nemen – Ik neem verantwoordelijkheid voor deze fout.
de werkervaring – Mijn werkervaring helpt mij bij deze nieuwe functie.


Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Verlof aanvragen

Situatie: Je wilt vrij van 12 tot 16 augustus.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste meneer/mevrouw,

Ik wil graag verlof aanvragen van 12 tot 16 augustus. Kunt u laten weten of dit mogelijk is?

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeld 2 – Probleem melden

Situatie: Het computerprogramma werkt niet goed.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste IT-afdeling,

Sinds gisteren werkt het computerprogramma niet goed. Ik kan mijn bestanden niet opslaan. Kunt u dit zo snel mogelijk oplossen?

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 3 – Afspraak maken

Situatie: Je wilt een vergadering plannen met je collega.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste Marijke,

Kunnen we volgende week een afspraak plannen om het project te bespreken? Ik ben beschikbaar op dinsdag en donderdag.

Laat u weten welke dag het beste past?

Groeten,
Jeroen


Voorbeeld 4 – Feedback vragen

Situatie: Je wilt feedback over je werk.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste meneer De Vries,

Kunt u feedback geven over het rapport dat ik gisteren heb ingeleverd? Ik wil weten wat goed is en wat ik kan verbeteren.

Alvast bedankt voor uw tijd.

Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeld 5 – Klachtbrief

Situatie: Je hebt problemen met je salaris.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Sinds twee maanden ontvang ik mijn salaris niet volledig. Het bedrag klopt niet en mijn extra uren zijn niet verrekend. Ik heb dit al telefonisch gemeld, maar er is niets veranderd.

Ik verzoek u vriendelijk om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen en het verschil over te maken.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Anna


Voorbeeld 6 – Sollicitatiebrief

Situatie: Je wilt solliciteren naar een functie als winkelmedewerker.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Via de website zag ik dat u een winkelmedewerker zoekt. Graag solliciteer ik naar deze functie.

Ik heb ervaring met klantcontact en ben vriendelijk en behulpzaam. Ook kan ik goed met kassa’s omgaan. Ik werk graag in een team en ben flexibel inzetbaar.

Ik hoop dat u mij uitnodigt voor een gesprek, zodat ik meer over mezelf kan vertellen.

Met vriendelijke groet,
Sophie


Woordenschat Werk

de baan – Ik heb een nieuwe baan bij een kantoor gevonden.
de werkgever – Mijn werkgever vraagt mij om extra uren te werken.
de werknemer – Als werknemer moet ik op tijd beginnen.
het werk – Mijn werk is soms druk, maar leuk.
het kantoor – Ik werk op kantoor van 9 tot 17 uur.
de collega – Mijn collega helpt mij met het nieuwe project.
de vergadering – We hebben morgen een vergadering over het project.
het team – Ik werk samen met een groot team.
de taak – Mijn taak vandaag is het voorbereiden van een presentatie.
het rooster – Mijn rooster voor volgende week is al gemaakt.
het contract – Ik heb een contract voor één jaar gekregen.
de vakantie – Ik wil graag vakantie aanvragen in augustus.
het verlof – Kan ik verlof krijgen voor mijn bruiloft?
de overuren – Ik moet soms overuren maken.
de klacht – Ik wil een klacht melden over mijn salaris.
de afspraak – Ik heb een afspraak met mijn baas om 10 uur.
de sollicitatie – Ik stuur een sollicitatie voor de functie van winkelmedewerker.
het CV – Ik heb mijn CV toegevoegd bij mijn sollicitatie.
de motivatiebrief – Ik heb een motivatiebrief geschreven voor de baan.
de ervaring – Ik heb veel ervaring met klantenservice.
de werktijden – Mijn werktijden zijn van 8 tot 16 uur.
het salaris – Mijn salaris wordt elke maand betaald.
de promotie – Ik hoop op een promotie volgend jaar.
de opleiding – Ik volg een opleiding om beter te worden in mijn werk.
de training – Volgende week is er een training over veiligheid.
het overleg – We hebben een overleg gepland met het team.
de feedback – Ik vraag feedback over mijn werk.
de verantwoordelijkheid – Ik heb veel verantwoordelijkheid in mijn werk.
het project – We werken samen aan een groot project.
het rapport – Ik moet een rapport maken voor mijn baas.
de presentatie – Ik geef morgen een presentatie aan mijn team.
de instructies – Ik volg de instructies van mijn leidinggevende.
de deadline – De deadline voor dit werk is volgende week.
de afspraak maken – Ik wil een afspraak maken met mijn baas.
de problemen melden – Ik wil de problemen met mijn computer melden.
het verzoek – Ik stuur een verzoek om extra verlof.
de oplossing – Ik hoop dat er een oplossing komt voor mijn probleem.
de vergaderzaal – De vergadering is in de vergaderzaal op de eerste verdieping.
het beleid – Het bedrijf heeft nieuw beleid over ziekteverlof.
de taakverdeling – De taakverdeling in het team is duidelijk.
het teamoverleg – We bespreken alles tijdens het teamoverleg.
de werkdruk – De werkdruk is soms hoog, maar ik kan het aan.
de werkplek – Mijn werkplek is op kantoor naast de ramen.
de urenregistratie – Ik houd mijn urenregistratie bij op de computer.
de afwezigheid – Ik meld mijn afwezigheid bij HR.
de verantwoordelijkheid nemen – Ik neem verantwoordelijkheid voor mijn werk.
de werkervaring – Mijn werkervaring helpt mij bij deze nieuwe baan.ga kan mij helpen met dit project.


WONEN

Thema: Wonen

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over wonen en praktische situaties in huis of met de woning, zoals:

  • Reparatie of storing melden
  • Klacht indienen over buren of onderhoud
  • Huurcontract verlengen of opzeggen
  • Afspraak maken voor woningbezichtiging of sleuteloverdracht
  • Informatie vragen over huur, verzekering of nutsvoorzieningen

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden
  • Controleer spelling en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Reparatie melden

Situatie: De verwarming doet het niet.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte verhuurder,

Mijn verwarming werkt sinds gisteren niet. Het is erg koud in mijn woning. Kunt u zo snel mogelijk iemand sturen om dit te repareren?

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeld 2 – Klacht indienen

Situatie: De buren maken veel lawaai.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste woningcorporatie,

Sinds een paar weken maken mijn buren veel lawaai, vooral ’s avonds. Dit stoort mij en mijn gezin. Kunt u iets doen om dit probleem op te lossen?

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 3 – Huur opzeggen

Situatie: Je verhuist naar een andere stad.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte verhuurder,

Ik wil mijn huurcontract voor de woning aan de Molenstraat 12 opzeggen. Ik verhuis per 1 oktober naar een andere stad. Kunt u bevestigen dat de huur per die datum stopt?

Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeld 4 – Afspraak maken voor woningbezichtiging

Situatie: Je wilt een nieuwe woning bekijken.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste mevrouw Janssen,

Ik ben geïnteresseerd in de woning aan de Beukenlaan 5. Kunt u een afspraak plannen voor een bezichtiging? Ik ben beschikbaar op woensdag of donderdag na 17 uur.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Jeroen


Voorbeeld 5 – Informatie vragen over huur of verzekering

Situatie: Je wilt weten wat de servicekosten zijn.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Kunt u mij uitleggen wat de servicekosten voor mijn woning bedragen? Ik wil graag weten wat inbegrepen is en wat ik zelf moet betalen.

Alvast bedankt voor uw uitleg.

Met vriendelijke groet,
Anna


Voorbeeld 6 – Klacht over onderhoud

Situatie: De lift in het gebouw werkt niet goed.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Beste woningbeheer,

De lift in ons gebouw werkt al een week niet goed. Dit is lastig voor oudere bewoners en gezinnen met kinderen. Kunt u dit zo snel mogelijk repareren?

Met vriendelijke groet,
Fatima

Tip voor B1 Schrijven:
Gebruik altijd dit eenvoudige stramien:

  1. Onderwerp / reden van schrijven
  2. Beschrijving van verzoek, klacht of vraag
  3. Eventueel extra details (datum, tijd, locatie, probleem)
  4. Beleefde afsluiting

Oefening:

  1. Schrijf 3 korte e-mails over verschillende situaties: bijvoorbeeld een storing melden, een afspraak maken, en een klacht indienen.
  2. Gebruik minimaal 5 handige zinnen uit de lijst.
  3. Controleer dat je alle belangrijke informatie vermeldt: wie, wat, wanneer, waar, waarom.

Woordenschat Wonen

  1. de woning – Mijn woning heeft drie kamers en een keuken.
  2. de verhuurder – Ik heb een e-mail gestuurd naar mijn verhuurder.
  3. de huurder – Als huurder betaal ik iedere maand de huur.
  4. de huur – Mijn huur bedraagt 850 euro per maand.
  5. het huurcontract – Ik heb een huurcontract voor één jaar.
  6. opzeggen – Ik wil mijn huurcontract opzeggen per 1 oktober.
  7. verlengen – Kan ik mijn huurcontract verlengen met een jaar?
  8. de reparatie – Mijn verwarming werkt niet, ik wil een reparatie aanvragen.
  9. de storing – Er is een storing in de lift van het gebouw.
  10. het onderhoud – Wanneer wordt het onderhoud van het gebouw gedaan?
  11. de buren – Mijn buren maken vaak veel lawaai.
  12. de klacht – Ik wil een klacht indienen over de lift.
  13. de afspraak – Ik wil een afspraak maken voor een bezichtiging.
  14. de sleutel – Wanneer kan ik de sleutel van de woning ophalen?
  15. de bezichtiging – Ik wil een bezichtiging plannen voor de woning.
  16. de servicekosten – Kunt u uitleggen wat de servicekosten zijn?
  17. de verzekering – Moet ik een inboedelverzekering afsluiten?
  18. het gebouw – Ons gebouw heeft drie verdiepingen.
  19. de verdieping – Mijn appartement is op de tweede verdieping.
  20. de trap – De trap in het gebouw is kapot.
  21. de lift – De lift werkt niet goed.
  22. de ingang – De ingang van het gebouw is afgesloten.
  23. de parkeerplaats – Is er een parkeerplaats bij de woning?
  24. de tuin – Mijn woning heeft een kleine tuin.
  25. de burenoverlast – Ik wil burenoverlast melden bij de verhuurder.
  26. de sleuteloverdracht – Wanneer is de sleuteloverdracht gepland?
  27. de energie – Hoeveel betaal ik voor gas en elektriciteit?
  28. het water – Kunt u uitleggen hoeveel water ik verbruik?
  29. de verwarming – Mijn verwarming werkt niet goed.
  30. de lekkage – Er is een lekkage in de badkamer.
  31. de ventilatie – De ventilatie in de keuken is slecht.
  32. de klus – Ik wil een klus laten uitvoeren in de keuken.
  33. de schilder – Wanneer komt de schilder om de muren te verven?
  34. de vloer – De vloer in de woonkamer is beschadigd.
  35. de deur – De deur sluit niet goed.
  36. het slot – Het slot van de voordeur is kapot.
  37. de ramen – De ramen moeten schoongemaakt worden.
  38. het dak – Er is een probleem met het dak van het gebouw.
  39. de lekkage melden – Ik wil een lekkage melden bij de verhuurder.
  40. het onderhoudsbedrijf – Het onderhoudsbedrijf komt volgende week.
  41. de woningcorporatie – Ik stuur een e-mail naar de woningcorporatie.
  42. het huurhuis – Ik zoek een huurhuis in het centrum.
  43. de huurprijs – Wat is de huurprijs van deze woning?
  44. de woonruimte – Ik wil woonruimte huren voor een jaar.
  45. de huurvoorwaarden – Kunt u de huurvoorwaarden sturen?
  46. het contract tekenen – Wanneer kan ik het contract tekenen?
  47. de buren informeren – Ik moet mijn buren informeren over de verbouwing.
  48. de reparatiekosten – Wie betaalt de reparatiekosten?
  49. de storing melden – Ik wil de storing in de lift melden.
  50. het onderhoud plannen – Wanneer wordt het onderhoud gepland?

Thema: School en Studie

Theorie

Op het B1-niveau wordt van je verwacht dat je praktische teksten kunt schrijven over school en studie, zoals:

  • Informatie vragen over cursussen, lessen of trainingen
  • Aanmelden voor een cursus of opleiding
  • Een probleem of klacht melden bij school of docent
  • Huiswerk, projecten of opdrachten bespreken
  • Afspraak maken voor overleg of oudergesprek
  • E-mails of briefjes aan docenten of medestudenten
  • Verzoeken of klachten indienen bij school of cursus
  • Informatie vragen over lessen, rooster of materiaal
  • Plannen of opdrachten uitleggen
  • Korte samenvattingen of verslagen schrijven

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden
  • Controleer spelling en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Korte e-mail naar docent

Situatie: Je bent ziek en kunt niet naar de les.
Opdracht: Schrijf een e-mail van 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Beste docent,

Ik ben vandaag ziek en kan niet naar de les komen. Kunt u mij vertellen welke opdrachten ik moet maken?

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 2 – Verzoek om extra uitleg

Situatie: Je begrijpt een opdracht niet.
Opdracht: Schrijf een korte e-mail van 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Beste docent,

Ik heb moeite met de wiskunde-opdracht over breuken. Kunt u mij uitleg geven of een voorbeeld laten zien?

Alvast bedankt!

Groeten,
Fatima


Voorbeeld 3 – Klacht over rooster

Situatie: Twee lessen overlappen.
Opdracht: Schrijf een brief van 120–150 woorden aan de administratie.

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Volgens het rooster overlappen mijn lessen Engels en geschiedenis op maandag. Hierdoor kan ik niet beide lessen volgen.

Ik verzoek u vriendelijk om het rooster aan te passen, zodat ik alle lessen kan volgen.

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Sophie de Boer


Voorbeeld 4 – Informatie vragen over lesmateriaal

Situatie: Je hebt boeken of extra materialen nodig.
Opdracht: Schrijf een korte e-mail van 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Beste docent,

Kunt u mij vertellen welke boeken en materialen ik nodig heb voor de cursus Nederlands?

Alvast bedankt voor uw reactie.

Groeten,
Jeroen


Voorbeeld 5 – Mededeling aan medestudenten

Situatie: Je wilt een groepsbijeenkomst plannen.
Opdracht: Schrijf een bericht van 60–80 woorden.

Voorbeeldtekst:

Hallo allemaal,

Zullen we aanstaande vrijdag van 15.00 tot 16.30 samen leren voor het examen? Ik kan bij mij thuis of in de bibliotheek. Laat even weten wie kan komen.

Groeten,
Lisa


Voorbeeld 6 – Korte samenvatting van een les

Situatie: Je moet een kort verslag maken van de les.
Opdracht: Schrijf een samenvatting van 80–100 woorden.

Voorbeeldtekst:

Vandaag hebben we geleerd over de waterkringloop. Eerst legde de docent uit hoe water verdampt, condenseert en neerslaat. Daarna bespraken we voorbeelden van regen en smeltend ijs. Tot slot maakten we een schema van de waterkringloop. Het was duidelijk en interessant.


Woordenschat School & Studie

  • de studieplanning – Ik maak een studieplanning om mijn huiswerk bij te houden.
  • de school – Mijn school is dichtbij mijn huis.
  • de docent – De docent legt de lesstof duidelijk uit.
  • de leraar – De leraar geeft ons elke week huiswerk.
  • de leerling – Ik ben leerling van deze school.
  • de klas – Mijn klas is groot en gezellig.
  • de les – De les begint om 9 uur.
  • het huiswerk – Ik maak elke dag mijn huiswerk.
  • de opdracht – De opdracht moet voor vrijdag ingeleverd zijn.
  • de cursus – Ik volg een cursus Nederlands voor beginners.
  • de opleiding – Ik wil een opleiding tot verpleegkundige volgen.
  • de inschrijving – Mijn inschrijving voor de cursus is bevestigd.
  • de startdatum – Kunt u mij de startdatum van de cursus geven?
  • de duur – Hoe lang duurt de cursus?
  • de informatie – Kunt u mij informatie sturen over de cursus?
  • het formulier – Ik heb het inschrijfformulier ingevuld.
  • de bevestiging – Ik heb een bevestiging van mijn inschrijving gekregen.
  • het studiejaar – Het studiejaar begint in september.
  • de toets – Ik heb volgende week een toets.
  • het examen – Het examen is schriftelijk en duurt twee uur.
  • de resultaten – Wanneer krijg ik de resultaten van het examen?
  • de feedback – Kunt u feedback geven op mijn verslag?
  • het verslag – Ik heb een verslag geschreven over mijn project.
  • het project – We werken samen aan een project voor school.
  • de presentatie – Ik geef een presentatie voor mijn klas.
  • de training – Ik volg een training om mijn vaardigheden te verbeteren.
  • de studie – Mijn studie duurt drie jaar.
  • het rooster – Kunt u mijn rooster voor volgende week sturen?
  • de deadline – De deadline voor het verslag is vrijdag.
  • de vraag – Ik heb een vraag over de opdracht.
  • het antwoord – Kunt u het antwoord uitleggen?
  • het materiaal – Kunt u het lesmateriaal sturen?
  • de regel – De regels van de school zijn duidelijk.
  • de vergadering – We hebben morgen een vergadering met de docenten.
  • het overleg – Ik wil een overleg plannen met mijn mentor.
  • de schooldag – De schooldag begint om 8 uur.
  • de vakantie – Wanneer is de volgende schoolvakantie?
  • de lesstof – De lesstof is soms moeilijk te begrijpen.
  • de studiepunten – Voor deze cursus krijg je vijf studiepunten.
  • de bibliotheek – Ik ga naar de bibliotheek om boeken te lenen.
  • de computerzaal – In de computerzaal maken we opdrachten op de computer.
  • de groep – Ik werk in een groep van vier leerlingen.
  • de instructie – De docent gaf duidelijke instructies voor de opdracht.
  • de toelichting – Kunt u een toelichting geven op de opdracht?
  • het vak – Mijn favoriete vak is Nederlands.
  • het rapport – Het rapport laat zien hoe ik het heb gedaan.
  • de ouder – Mijn ouders kwamen naar school voor een gesprek.
  • het oudergesprek – Ik heb een oudergesprek gepland voor dinsdag.
  • de inschrijving – Ik wil mijn inschrijving voor de cursus afronden.
  • de leerlingbegeleiding – De leerlingbegeleiding helpt bij problemen op school.

Thema: Overige praktische situaties / administratieve zaken

Theorie

Op B1-niveau moet je kunnen schrijven over alledaagse administratieve of praktische situaties, zoals:

  • Afspraak maken of annuleren bij een instantie
  • Klacht of probleem melden bij gemeente, bank of organisatie
  • Verzoek om informatie, goedkeuring of hulp
  • Formulieren invullen of gegevens doorgeven
  • Korte berichten of e-mails over praktische zaken

Belangrijk:

  • Gebruik korte, duidelijke zinnen
  • Schrijf in actieve vorm (Ik vraag, Ik meld)
  • Gebruik tussenkopjes, opsommingen en verbindingswoorden
  • Controleer spelling, werkwoorden en lidwoorden

Voorbeelden van schrijfopdrachten

Voorbeeld 1 – Afspraak maken

Situatie: Je wilt een afspraak maken bij de gemeente.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Graag maak ik een afspraak om mijn paspoort te verlengen. Kunt u aangeven welke dagen mogelijk zijn?

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Voorbeeld 2 – Afspraak annuleren

Situatie: Je kunt niet naar een geplande afspraak.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte mevrouw,

Helaas kan ik de afspraak op 15 september om 10.00 uur niet bijwonen. Kunt u een nieuwe afspraak plannen in de week erna?

Alvast bedankt voor uw hulp.

Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeld 3 – Klacht melden

Situatie: Je hebt een probleem met een dienst van de gemeente.
Opdracht: 120–150 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Sinds vorige week werkt de straatverlichting in onze straat niet. Het is ’s avonds erg donker, waardoor het gevaarlijk is om te lopen.

Ik verzoek u vriendelijk om dit zo snel mogelijk te repareren. In de bijlage vindt u foto’s van de defecte lampen.

Alvast bedankt voor uw actie.

Met vriendelijke groet,
Jeroen


Voorbeeld 4 – Verzoek om informatie

Situatie: Je wilt weten welke documenten nodig zijn voor inschrijving.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Kunt u mij informeren welke documenten ik moet meenemen voor de inschrijving van mijn kind op school? Ook hoor ik graag de data en tijden van de inschrijvingen.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeld 5 – Formulier invullen

Situatie: Je stuurt een ingevuld formulier terug naar een organisatie.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

In de bijlage vindt u het door mij ingevulde formulier voor de aanvraag van de zorgtoeslag. Mijn persoonlijke gegevens staan ingevuld en gecontroleerd.

Laat u mij weten of alles correct is ontvangen?

Met vriendelijke groet,
Anna


Voorbeeld 6 – Verzoek om goedkeuring

Situatie: Je vraagt toestemming voor een tijdelijke wijziging.
Opdracht: 60–80 woorden

Voorbeeldtekst:

Geachte heer/mevrouw,

Graag vraag ik uw toestemming om mijn werkrooster tijdelijk aan te passen van 9–17 uur naar 10–18 uur gedurende de maand oktober.

Alvast bedankt voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Ahmed


Woordenschat

  1. de afspraak – Ik maak een afspraak bij de gemeente.
  2. annuleren – Ik wil mijn afspraak annuleren.
  3. het verzoek – Ik stuur een verzoek om informatie.
  4. de goedkeuring – Ik vraag om goedkeuring voor mijn aanvraag.
  5. het formulier – Ik vul het formulier in.
  6. de inschrijving – De inschrijving voor de cursus is geopend.
  7. het document – Ik stuur een document naar de organisatie.
  8. de bijlage – In de bijlage vindt u het formulier.
  9. de informatie – Ik vraag om informatie over de cursus.
  10. het bericht – Ik stuur een bericht naar de gemeente.
  11. de klacht – Ik meld een klacht over de straatverlichting.
  12. de melding – Ik doe een melding bij de gemeente.
  13. de hulp – Ik vraag hulp bij het invullen van het formulier.
  14. de actie – Ik verwacht dat er snel actie wordt ondernomen.
  15. de reactie – Ik wacht op uw reactie.
  16. de bevestiging – Ik ontvang een bevestiging van mijn afspraak.
  17. het tijdstip – Het tijdstip van de afspraak is 10.00 uur.
  18. de datum – De datum van de afspraak is 15 september.
  19. het contact – Ik neem contact op met de organisatie.
  20. de organisatie – De organisatie reageert snel.
  21. de instantie – Ik stuur het formulier naar de instantie.
  22. de procedure – De procedure is duidelijk uitgelegd.
  23. het nummer – Mijn aanvraagnummer is 12345.
  24. de status – Ik wil de status van mijn aanvraag weten.
  25. de registratie – Mijn registratie is bevestigd.
  26. de verwerking – De verwerking duurt ongeveer een week.
  27. de kopie – Ik stuur een kopie van mijn document mee.
  28. de verklaring – Ik heb een verklaring ingevuld.
  29. de uitleg – Ik vraag om uitleg over de procedure.
  30. de informatiebalie – Bij de informatiebalie krijg ik hulp.
  31. de aanvraag – Ik doe een aanvraag voor een paspoort.
  32. de toeslag – Ik vraag informatie over de zorgtoeslag.
  33. de betaling – De betaling is gedaan.
  34. het adres – Mijn adres staat op het formulier.
  35. de naam – Mijn naam staat correct ingevuld.
  36. de telefoon – Mijn telefoonnummer is 06-12345678.
  37. het e-mailadres – Mijn e-mailadres is correct ingevuld.
  38. de handtekening – Mijn handtekening staat onderaan het formulier.
  39. de controle – De controle van de gegevens is afgerond.
  40. het bewijs – Ik stuur een bewijs van betaling mee.
  41. de toestemming – Ik heb toestemming gekregen voor de wijziging.
  42. de aanvraagdatum – De aanvraagdatum is 10 september.
  43. de verwerkingstijd – De verwerkingstijd is maximaal 2 weken.
  44. het formuliernummer – Het formuliernummer staat bovenaan.
  45. de identificatie – Ik toon mijn identificatie bij de balie.
  46. de procedurebeschrijving – De procedurebeschrijving is duidelijk.
  47. de medewerker – De medewerker helpt mij vriendelijk.
  48. het loket – Ik ga naar het loket voor vragen.
  49. de instantie – De instantie verwerkt mijn aanvraag.
  50. de statusupdate – Ik ontvang een statusupdate van mijn aanvraag.


Oefeningen – Alle Thema’s

Gezondheid

  1. Maak een afspraak bij de huisarts voor een controle.
  2. Beschrijf je klachten aan de dokter.
  3. Vraag een recept aan voor medicijnen.
  4. Vraag wanneer je terug moet komen voor een controle.
  5. Schrijf een e-mail naar de apotheek over een verkeerd geleverd medicijn.
  6. Vraag advies over gezonde voeding en beweging.
  7. Schrijf een bericht over een verwonding na een val.

Werk

  1. Vraag verlof aan bij je baas voor een vakantie.
  2. Meld dat je ziek bent en niet kunt werken.
  3. Dien een klacht in over een probleem op het werk.
  4. Vraag informatie over een vacature.
  5. Schrijf een e-mail om feedback te vragen over je werk.
  6. Vraag een afspraak voor een functioneringsgesprek.
  7. Vraag naar mogelijkheden voor een cursus of training via je werkgever.

Wonen

  1. Meld een storing in de verwarming of lift.
  2. Vraag een afspraak voor een woningbezichtiging.
  3. Dien een klacht in over burenoverlast.
  4. Zeg je huurcontract op of vraag verlenging aan.
  5. Vraag informatie over servicekosten of verzekering.
  6. Meld een lekkage of schade aan de woning.
  7. Vraag wie verantwoordelijk is voor reparatiekosten.

School & Studie

  1. Vraag informatie over een cursus of opleiding.
  2. Meld een probleem met lesmateriaal of huiswerk.
  3. Meld je aan voor een cursus of training.
  4. Vraag feedback op een verslag of project.
  5. Vraag een uitleg over een toets of examen.
  6. Plan een oudergesprek of mentorafspraak.
  7. Vraag hulp bij studieplanning of huiswerkbegeleiding.

Persoonlijke informatie

  1. Stel jezelf voor aan een nieuwe collega of klasgenoot.
  2. Schrijf een kort bericht over je dagelijkse routine.
  3. Beschrijf je familie of vrienden in een e-mail.
  4. Vraag informatie over een lidmaatschap of inschrijving.
  5. Schrijf een bericht om jezelf voor te stellen bij een vereniging.
  6. Informeer naar activiteiten voor een nieuw lid.

Vrije tijd & hobby’s

  1. Nodig een vriend uit voor een activiteit of feest.
  2. Vraag informatie over een sportclub of hobbycursus.
  3. Geef tips aan iemand over een hobby die je goed kent.
  4. Plan een gezamenlijk uitje of sportactiviteit.
  5. Schrijf een bericht over deelname aan een evenement.

Winkelen & diensten

  1. Vraag informatie over een product in een winkel.
  2. Dien een klacht in over een verkeerd geleverd product.
  3. Vraag om een terugbetaling of ruil van een aankoop.
  4. Vraag informatie over levering of openingstijden.
  5. Schrijf een bericht naar een bedrijf over een storing of service.

Reizen & vervoer

  1. Vraag informatie over een hotelreservering.
  2. Schrijf een klacht over vertraging van openbaar vervoer.
  3. Vraag een routebeschrijving of plattegrond op.
  4. Plan een groepsreis of excursie.
  5. Informeer naar mogelijkheden voor vervoer of ticketprijzen.

Overige praktische situaties

  1. Schrijf een bericht om hulp te vragen bij een probleem, zoals planten water geven of een pakket aannemen.

Door te oefenen met schrijven op B1-niveau kun je beter communiceren in je werk, op school en in het dagelijks leven. Gebruik eenvoudige woorden, korte zinnen en verbindingswoorden. Zo schrijf je duidelijk en begrijpelijk voor iedereen.


KNM

KNM-onderwerpen worden meestal niet expliciet gevraagd bij het B1 Schrijven-examen. Ze komen eerder aan bod bij:

  • B1 Lezen: teksten over nieuws, cultuur en maatschappij
  • B1 Luisteren: berichten en interviews over actuele onderwerpen
  • B1 Spreken: je mening geven over dagelijkse en maatschappelijke onderwerpen

Bij het schrijven op B1-niveau gaat het examen niet om diepgaande kennis of meningen over maatschappelijke onderwerpen, maar om:

Alledaagse situaties: afspraken, klachten, verzoeken, informatie vragen

Functionele communicatie: e-mails, brieven, formulieren, korte berichten


Voorbeelden

Afspraak bij de huisarts maken

Opdracht: Maak een afspraak bij de huisarts voor een controle.
Voorbeeldtekst:
Geachte huisarts,
Ik wil graag een afspraak maken voor een controle. Heeft u volgende week een plekje op maandag of woensdag?
Alvast bedankt voor uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Fatima


Klachten beschrijven

Opdracht: Beschrijf je klachten aan de dokter.
Voorbeeldtekst:
Beste dokter,
Ik heb sinds gisteren pijn in mijn buik en voel me misselijk. Ook heb ik lichte koorts. Kunt u mij onderzoeken en advies geven wat ik het beste kan doen?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Recept voor medicijnen aanvragen

Opdracht: Vraag een recept aan voor medicijnen.
Voorbeeldtekst:
Geachte huisarts,
Ik heb last van keelpijn en hoest al drie dagen. Kunt u een recept voorschrijven zodat ik medicijnen kan ophalen bij de apotheek?
Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Sophie


Terugkomen voor controle

Opdracht: Vraag wanneer je terug moet komen voor controle.
Voorbeeldtekst:
Beste dokter,
Ik heb vorige week een onderzoek gehad. Kunt u aangeven wanneer ik terug moet komen voor een controle?
Met vriendelijke groet,
Jeroen


Verkeerd geleverd medicijn bij apotheek

Opdracht: Schrijf een e-mail naar de apotheek over een verkeerd geleverd medicijn.
Voorbeeldtekst:
Geachte apotheek,
Ik heb gisteren mijn medicijnen opgehaald, maar de verpakking is niet correct. Kunt u dit corrigeren en een nieuw recept klaarmaken?
Alvast bedankt voor uw hulp.
Met vriendelijke groet,
Fatima


Advies over gezonde voeding

Opdracht: Vraag advies over gezonde voeding en beweging.
Voorbeeldtekst:
Beste dokter,
Ik wil gezonder leven en meer bewegen. Kunt u mij tips geven over gezonde voeding en oefeningen die geschikt zijn voor iemand van mijn leeftijd?
Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Bericht over verwonding

Opdracht: Schrijf een bericht over een verwonding na een val.
Voorbeeldtekst:
Geachte dokter,
Ik ben gisteren gevallen en heb een verwonding aan mijn arm. Kunt u bekijken of deze verbonden moet worden of dat ik naar het ziekenhuis moet?
Met vriendelijke groet,
Sophie


Verlof aanvragen bij de baas

Opdracht: Vraag verlof aan voor een vakantie.
Voorbeeldtekst:
Geachte meneer De Vries,
Ik wil graag verlof aanvragen van 12 tot 16 augustus. Kunt u bevestigen of dit mogelijk is?
Alvast bedankt voor uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Fatima


Ziek melden

Opdracht: Meld dat je ziek bent en niet kunt werken.
Voorbeeldtekst:
Beste baas,
Ik voel mij vandaag ziek en kan niet komen werken. Ik blijf thuis en rust uit.
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Klacht melden

Opdracht: Dien een klacht in over een probleem op het werk.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer Bakker,
Er is een probleem met de computer op mijn werkplek. Deze werkt vaak niet goed en belemmert mijn werkzaamheden. Kunt u dit oplossen?
Met vriendelijke groet,
Sophie

Informatie over vacature vragen

Opdracht: Vraag informatie over een vacature.
Voorbeeldtekst:
Beste mevrouw Janssen,
Ik heb uw vacature voor winkelmedewerker gezien. Kunt u mij meer informatie geven over de werkzaamheden en werktijden?
Met vriendelijke groet,
Jeroen

Feedback vragen

Opdracht: Vraag feedback over je werk.
Voorbeeldtekst:
Geachte meneer De Vries,
Kunt u feedback geven op mijn werk van de afgelopen maand? Ik wil graag weten wat goed gaat en wat ik kan verbeteren.
Met vriendelijke groet,
Fatima

Afspraak functioneringsgesprek

Opdracht: Vraag een afspraak voor een functioneringsgesprek.
Voorbeeldtekst:
Beste meneer Bakker,
Ik wil graag een afspraak plannen voor een functioneringsgesprek. Kunt u aangeven welke dag en tijd u schikt?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Cursus of training aanvragen

Opdracht: Vraag naar mogelijkheden voor een cursus of training via je werkgever.
Voorbeeldtekst:
Geachte meneer De Vries,
Ik wil graag een cursus volgen om mijn vaardigheden te verbeteren. Kunt u mij vertellen welke cursussen beschikbaar zijn en hoe ik me kan inschrijven?
Met vriendelijke groet,
Sophie


Voorbeeldteksten Wonen

Storing in de verwarming of lift melden

Opdracht: Meld een storing in de verwarming.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
In mijn appartement werkt de verwarming niet goed. Het wordt erg koud in huis. Kunt u iemand sturen om dit te repareren?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Afspraak voor woningbezichtiging

Opdracht: Vraag een afspraak voor een woningbezichtiging.
Voorbeeldtekst:
Beste mevrouw Janssen,
Ik wil graag de woning aan de Dorpsstraat 12 bezichtigen. Kunt u een afspraak plannen voor deze week?
Met vriendelijke groet,
Ahmed

Klacht over burenoverlast

Opdracht: Dien een klacht in over burenoverlast.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer Bakker,
Mijn buren maken vaak veel lawaai in de avond. Dit is storend en ik wil u vriendelijk verzoeken hier iets aan te doen.
Met vriendelijke groet,
Sophie


Huurcontract verlengen of opzeggen

Opdracht: Zeg je huurcontract op of vraag verlenging aan.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik wil mijn huurcontract voor het appartement aan de Stationsstraat 5 verlengen voor nog een jaar. Kunt u mij vertellen wat ik moet doen?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Informatie over servicekosten of verzekering

Opdracht: Vraag informatie over servicekosten of verzekering.
Voorbeeldtekst:
Beste meneer De Vries,
Kunt u mij uitleggen wat de servicekosten voor mijn appartement omvatten? Ook wil ik weten welke verzekering verplicht is.
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Lekkage of schade melden

Opdracht: Meld een lekkage of schade aan de woning.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
In mijn keuken is een lekkage ontstaan bij de gootsteen. Kunt u een monteur sturen om dit te repareren?
Met vriendelijke groet,
Sophie

Verantwoordelijkheid reparatiekosten

Opdracht: Vraag wie verantwoordelijk is voor reparatiekosten.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer Bakker,
Ik heb een lekkage in mijn badkamer. Kunt u mij vertellen wie verantwoordelijk is voor de reparatiekosten?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Voorbeeldteksten School & Studie

Informatie vragen over een cursus of opleiding

Opdracht: Vraag informatie over een cursus.
Voorbeeldtekst:
Geachte mevrouw De Vries,
Ik wil graag weten wanneer de computercursus begint en hoe lang deze duurt. Kunt u mij hierover informeren?
Met vriendelijke groet,
Jeroen

Probleem melden met lesmateriaal of huiswerk

Opdracht: Meld een probleem met lesmateriaal.
Voorbeeldtekst:
Beste docent,
Ik heb het lesmateriaal voor wiskunde ontvangen, maar hoofdstuk 4 ontbreekt. Kunt u dit toesturen of aangeven waar ik het kan vinden?
Met vriendelijke groet,
Fatima

Aanmelden voor een cursus of training

Opdracht: Meld je aan voor een cursus.
Voorbeeldtekst:
Geachte mevrouw Janssen,
Ik wil mij graag aanmelden voor de avondcursus Nederlands. Kunt u mij vertellen welke documenten ik moet opsturen en de startdatum?
Met vriendelijke groet,
Ahmed

Feedback vragen over een verslag of project

Opdracht: Vraag feedback over je verslag.
Voorbeeldtekst:
Beste docent,
Kunt u feedback geven op mijn verslag? Ik wil graag weten wat goed is en wat ik kan verbeteren.
Met vriendelijke groet,
Sophie

Uitleg vragen over een toets of examen

Opdracht: Vraag uitleg over een toets.
Voorbeeldtekst:
Geachte docent,
Ik begrijp vraag 3 van de toets niet helemaal. Kunt u uitleggen wat er bedoeld wordt?
Met vriendelijke groet,
Jeroen

Afspraak plannen voor oudergesprek of mentor

Opdracht: Plan een oudergesprek of mentorafspraak.
Voorbeeldtekst:
Geachte mevrouw De Jong,
Ik wil graag een afspraak maken voor een oudergesprek over mijn zoon. Kunt u aangeven welke dagen beschikbaar zijn?
Met vriendelijke groet,
Fatima

Hulp vragen bij studieplanning of huiswerk

Opdracht: Vraag hulp bij studieplanning.
Voorbeeldtekst:
Beste docent,
Kunt u mij helpen met mijn studieplanning? Ik heb moeite om mijn huiswerk op tijd af te krijgen en wil graag advies.
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Reizen & Vervoer

Treinkaartje of buskaartje kopen

Opdracht: Vraag informatie over een kaartje.
Voorbeeldtekst:
Beste NS,
Ik wil een kaartje kopen van Utrecht naar Amsterdam op 15 september. Kunt u mij vertellen wat de prijs is en hoe ik dit kan kopen?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Hotelreservering bevestigen

Opdracht: Bevestig je hotelreservering en stel een vraag.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik heb een kamer gereserveerd van 20 tot 22 september. Kunt u bevestigen dat de reservering klopt? Ook wil ik graag weten of ontbijt inbegrepen is.
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Probleem melden met vervoer

Opdracht: Meld een probleem met openbaar vervoer.
Voorbeeldtekst:
Beste klantenservice,
Mijn trein van 12 september had vertraging en ik miste mijn aansluiting. Kunt u uitleggen wat er gebeurd is en hoe ik mijn kosten kan terugkrijgen?
Met vriendelijke groet,
Sophie


Vliegtickets vragen

Opdracht: Vraag informatie over vliegtickets.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik wil van Amsterdam naar Barcelona vliegen in oktober. Kunt u mij informeren over de prijs en beschikbare data?
Met vriendelijke groet,
Jeroen


Routebeschrijving vragen

Opdracht: Vraag hoe je bij een bestemming komt.
Voorbeeldtekst:
Beste gemeente,
Kunt u mij uitleggen hoe ik vanaf Utrecht Centraal bij het Stedelijk Museum in Amsterdam kom?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Winkelen & Diensten

Product kopen of retourneren

Opdracht: Vraag om een product te ruilen of terug te brengen.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik heb een jas gekocht bij uw winkel, maar de maat is te klein. Kunt u deze ruilen voor maat L?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Vraag over levering

Opdracht: Vraag informatie over levering van een product.
Voorbeeldtekst:
Beste klantenservice,
Ik heb een bestelling geplaatst op 5 september, maar deze is nog niet geleverd. Kunt u aangeven wanneer ik het pakket ontvang?
Met vriendelijke groet,
Sophie


Klacht over een dienst

Opdracht: Dien een klacht in over een service.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik heb vorige week schoonmaakdiensten besteld, maar deze zijn niet uitgevoerd. Kunt u dit zo snel mogelijk oplossen?
Met vriendelijke groet,
Jeroen


Informatie vragen over producten

Opdracht: Vraag naar specificaties of prijs van een product.
Voorbeeldtekst:
Beste winkel,
Kunt u mij vertellen wat de prijs is van de laptop HP Pavilion en of deze op voorraad is?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Afspraak maken voor service

Opdracht: Vraag een afspraak voor reparatie of onderhoud.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Mijn wasmachine werkt niet goed. Kunt u een afspraak maken zodat een monteur het kan repareren?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Vrije tijd & Hobby’s

Uitnodigen voor activiteit

Opdracht: Nodig iemand uit voor een sport of feest.
Voorbeeldtekst:
Beste Mark,
Wil je zondag mee naar het voetbaltoernooi? Het begint om 14.00 uur. Laat je weten of je komt?
Groeten,
Sophie


Activiteit plannen met vrienden

Opdracht: Plan een dagje uit.
Voorbeeldtekst:
Beste vrienden,
Ik wil graag volgende week zaterdag naar het park. Kunnen jullie om 10.00 uur afspreken bij de hoofdingang?
Groeten,
Fatima


Lid worden van vereniging

Opdracht: Meld je aan bij een sportvereniging of club.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik wil graag lid worden van uw tennisvereniging. Kunt u mij uitleggen hoe ik mij kan inschrijven en de contributie betalen?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Vraag over les of cursus

Opdracht: Vraag informatie over een hobbycursus.
Voorbeeldtekst:
Beste mevrouw Janssen,
Ik wil graag weten wanneer de schildercursus begint en wat de kosten zijn.
Met vriendelijke groet,
Sophie


Probleem met hobbymateriaal

Opdracht: Meld een probleem met materialen of spullen.
Voorbeeldtekst:
Geachte heer/mevrouw,
Ik heb materialen besteld voor mijn schildercursus, maar een onderdeel ontbreekt. Kunt u dit zo snel mogelijk sturen?
Met vriendelijke groet,
Jeroen


Advies vragen over hobby

Opdracht: Vraag advies over sporten of andere hobby’s.
Voorbeeldtekst:
Beste Mark,
Ik wil graag beginnen met hardlopen, maar weet niet hoe ik moet starten. Kun je tips geven?
Groeten,
Fatima


Jezelf voorstellen aan een nieuwe collega

Opdracht: Stel jezelf voor.
Voorbeeldtekst:
Beste collega,
Mijn naam is Fatima en ik werk sinds drie maanden bij het bedrijf. Ik ben 28 jaar en woon in Utrecht. Mijn hobby’s zijn lezen en wandelen.
Met vriendelijke groet,
Fatima


E-mail aan nieuwe klasgenoot

Opdracht: Stel jezelf voor en vertel iets over je achtergrond.
Voorbeeldtekst:
Beste Sophie,
Ik ben Ahmed en volg dezelfde cursus Nederlands als jij. Ik kom uit Marokko en woon in Amsterdam. In mijn vrije tijd speel ik graag voetbal.
Groeten,
Ahmed


Informatie geven over gezin

Opdracht: Beschrijf je gezin in een e-mail of brief.
Voorbeeldtekst:
Beste buurvrouw,
Ik woon samen met mijn partner en onze twee kinderen. Mijn dochter gaat naar de basisschool en mijn zoon naar de kleuterschool.
Groeten,
Fatima


Vrienden voorstellen

Opdracht: Stel een vriend of vriendin voor aan iemand.
Voorbeeldtekst:
Beste collega,
Ik wil je mijn vriend Mark voorstellen. Hij werkt als leraar en woont in de buurt. Samen sporten we vaak in het park.
Groeten,
Ahmed


E-mail over hobby’s

Opdracht: Beschrijf je hobby’s aan een nieuwe kennis.
Voorbeeldtekst:
Beste Sophie,
Mijn hobby’s zijn schilderen en lezen. In het weekend ga ik vaak wandelen of naar een museum.
Groeten,
Fatima


Verhuizing aankondigen

Opdracht: Informeer iemand dat je verhuist.
Voorbeeldtekst:
Beste vrienden,
Ik wil jullie laten weten dat ik binnenkort verhuis naar een nieuw appartement in Utrecht. Mijn nieuw adres is Dorpsstraat 12.
Groeten,
Ahmed


School & Studie

Informatie vragen over cursus

Opdracht: Vraag informatie over een cursus.
Voorbeeldtekst:
Geachte mevrouw De Vries,
Ik wil graag weten wanneer de computercursus begint en hoe lang deze duurt. Kunt u mij hierover informeren?
Met vriendelijke groet,
Jeroen


Probleem met lesmateriaal melden

Opdracht: Meld een probleem met lesmateriaal.
Voorbeeldtekst:
Beste docent,
Ik heb het lesmateriaal voor wiskunde ontvangen, maar hoofdstuk 4 ontbreekt. Kunt u dit toesturen?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Aanmelden voor cursus

Opdracht: Meld je aan voor een cursus of training.
Voorbeeldtekst:
Geachte mevrouw Janssen,
Ik wil mij aanmelden voor de avondcursus Nederlands. Kunt u mij vertellen welke documenten ik moet opsturen en de startdatum?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Feedback vragen op verslag

Opdracht: Vraag feedback over je werk of verslag.
Voorbeeldtekst:
Beste docent,
Kunt u feedback geven op mijn verslag? Ik wil weten wat goed is en wat ik kan verbeteren.
Met vriendelijke groet,
Sophie


Uitleg vragen over toets

Opdracht: Vraag uitleg over een toetsvraag.
Voorbeeldtekst:
Geachte docent,
Ik begrijp vraag 3 van de toets niet helemaal. Kunt u uitleggen wat er bedoeld wordt?
Met vriendelijke groet,
Jeroen


Afspraak maken voor mentor of oudergesprek

Opdracht: Plan een gesprek.
Voorbeeldtekst:
Geachte mevrouw De Jong,
Ik wil graag een afspraak maken voor een oudergesprek over mijn zoon. Kunt u aangeven welke dagen beschikbaar zijn?
Met vriendelijke groet,
Fatima


Vraag om advies bij klachten

Opdracht: Beschrijf klachten en vraag advies.
Voorbeeldtekst:
Beste dokter,
Ik heb sinds gisteren hoofdpijn en keelpijn. Kunt u mij adviseren welke medicijnen ik het beste kan gebruiken?
Met vriendelijke groet,
Ahmed


Afspraak maken voor onderzoek

Opdracht: Plan een medisch onderzoek.
Voorbeeldtekst:
Geachte dokter,
Ik wil graag een afspraak maken voor een onderzoek van mijn hart. Kunt u mij vertellen wanneer dit mogelijk is?
Met vriendelijke groet,
Sophie


Video’s


Ad Appel



Handige oefenlinks

  1. https://nt2taalmenu.nl/nt2-b1-oefeningen/
  2. https://b1teksten.nl/artikel/voorbeelden-van-b1-teksten
  3. https://www.adappel.nl/examenvragen-b1
  4. https://www.superscript.nl/artikelen/schrijven-op-taalniveau-b1
  5. https://www.goldfizh.nl/blog/b1-niveau-schrijven


Kennis van de Nederlandse Maatschappij

Het KNM-examen is geen onderdeel van het B1 Schrijven-examen.

KNM EXAMEN inburgering 2025! A2/B1/B2
https://youtu.be/CspgcQeiqJc?t=2

Terug naar het overzicht

Geef een reactie