De Sharia (شريعة) is niet rechtsgeldig

Geplaatst op door in de categorie Cultuur

Dit heeft de nodige consequenties

Nederland is een seculiere staat met een eigen burgerlijk wetboek, dat wetten en regels voorschrijft voor alle burgers, ongeacht hun religie.

Religieuze wetten, zoals de Sharia, hebben GEEN juridische kracht in het land!

De Sharia (Arabisch: شريعة, “de weg”) is het islamitische religieuze recht, dat is gebaseerd op de Koran, de Hadith (overleveringen van de profeet Mohammed), en verdere interpretaties door islamitische geleerden. Het is een systeem van normen en voorschriften die zich richten op vele aspecten van het leven, waaronder gebed, vasten, liefdadigheid, contracten, strafrecht, en persoonlijke status, zoals huwelijk en erfenis.

Wat houdt de Sharia wetgeving in?

Sharia omvat vijf hoofddomeinen:

  1. Daden van aanbidding: Regels met betrekking tot religieuze verplichtingen zoals gebed, vasten, en de pelgrimstocht (hajj).
  2. Ethiek en moraal: Normen over hoe men zich moreel en ethisch moet gedragen.
  3. Gezinsrecht: Huwelijk, echtscheiding, voogdij over kinderen, en erfrecht.
  4. Sociaal recht: Regelgeving over handel, contracten, eigendom, en zakelijke overeenkomsten.
  5. Strafrecht: Dit omvat straffen voor misdaden zoals diefstal, overspel, en moord, hoewel de interpretatie en toepassing van straffen variëren.

Staat in de Koran dat iedereen zich aan deze wet moet houden?

De Koran bevat inderdaad voorschriften die worden geïnterpreteerd als onderdeel van de Sharia, maar het merendeel van de Sharia-regels komt voort uit interpretaties (fiqh) en tradities buiten de Koran zelf, zoals de Hadith en consensus van islamitische rechtsgeleerden. In de Koran worden gelovigen aangemoedigd om te leven volgens de door God geopenbaarde wetten. De mate waarin men de Sharia strikt moet naleven verschilt per stroming en land. Veel regels zijn meer van toepassing op moslims zelf en hun religieuze verplichtingen, maar andere regels kunnen breder worden geïnterpreteerd als sociaal en moreel gedrag dat iedereen aangaat.

Is de Sharia wetgeving rechtsgeldig in Nederland?

In Nederland is de Sharia niet rechtsgeldig. Nederland is een seculiere staat met een eigen burgelijk wetboek, dat wetten en regels voorschrijft voor alle burgers, ongeacht hun religie. Religieuze wetten, zoals de Sharia, hebben geen juridische kracht in het land. Dit betekent dat bijvoorbeeld huwelijken die onder de Sharia zijn gesloten, niet rechtsgeldig zijn tenzij ze ook voldoen aan de Nederlandse wetgeving.

Wat zijn de consequenties als iemand in Nederland wel trouwt volgens de Sharia wetgeving en niet volgens de Nederlandse wet?

Als een huwelijk alleen onder de Sharia wordt voltrokken en niet volgens de Nederlandse wet wordt geregistreerd, dan wordt het in Nederland beschouwd als niet wettig. Dit kan verschillende consequenties hebben:

  1. Geen juridische bescherming: De partners hebben geen juridische bescherming zoals die wel geldt voor wettelijk geregistreerde huwelijken. Dit betekent dat er geen rechten zijn met betrekking tot alimentatie, erfenis, of de verdeling van goederen na een scheiding.
  2. Erkenning van het huwelijk: Het is strafbaar in Nederland om een religieus huwelijk te sluiten zonder eerst een burgerlijk huwelijk te hebben geregistreerd. Als een imam of een andere religieuze leider een islamitisch huwelijk sluit zonder dat het paar eerst wettelijk getrouwd is, kan dit tot juridische consequenties leiden, inclusief boetes of andere straffen voor de betrokken partijen.
  3. Kinderen: Kinderen die uit zo’n religieus huwelijk geboren worden, hebben geen juridische rechten op bijvoorbeeld voogdij of alimentatie, aangezien hun ouders wettelijk niet getrouwd zijn.
  4. Erfenis: De regels van de Sharia kunnen ook verschillen van de Nederlandse wetten over erfrecht, wat tot conflicten kan leiden over wie recht heeft op de erfenis als een van de partners komt te overlijden.

Overige consequenties

Naast de consequenties met betrekking tot het huwelijk, zijn er nog andere belangrijke consequenties voor het volgen van de Sharia in Nederland, aangezien de Nederlandse wet prevaleert over religieuze wetten. Hier zijn enkele voorbeelden:

1. Strafrechtelijke gevolgen

De straffen die binnen de Sharia gelden, zoals lijfstraffen voor misdaden als diefstal of overspel, worden in Nederland niet erkend. Pogingen om Sharia-straffen toe te passen zouden in strijd zijn met het Nederlandse strafrecht en kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging voor geweld of mishandeling.

2. Erfrecht

Volgens de Sharia worden erfenissen verdeeld op een manier die afwijkt van het Nederlandse erfrecht. In Nederland geldt het Burgerlijk Wetboek voor de verdeling van erfenissen, ongeacht de religie van de overledene. Als de erfgenamen een erfenis volgens de Sharia willen verdelen, kunnen ze dit onderling afspreken, maar dit is niet afdwingbaar via de Nederlandse wet. Als er een conflict ontstaat, wordt de Nederlandse wet gevolgd.

3. Financiële en zakelijke contracten

Binnen de Sharia zijn er specifieke voorschriften voor financiële transacties, zoals het verbod op rente (riba). In Nederland geldt echter het algemene contractenrecht. Dit betekent dat zakelijke contracten, leningen en financiële overeenkomsten die niet volgens de Nederlandse wet zijn opgesteld, mogelijk niet afdwingbaar zijn. Partijen die zich uitsluitend baseren op Sharia-voorschriften bij het aangaan van contracten lopen het risico dat hun afspraken niet erkend worden door de Nederlandse rechter.

4. Voogdij en ouderlijke rechten

Bij geschillen over voogdij of de opvoeding van kinderen kunnen de regels van de Sharia conflicteren met de Nederlandse wet. De Nederlandse wetgeving legt de nadruk op het belang van het kind en neemt beslissingen op basis van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Regels zoals voogdij voor de vader na een bepaalde leeftijd, die in sommige interpretaties van de Sharia voorkomen, zijn niet automatisch van toepassing in Nederland.

5. Echtscheiding

Een scheiding onder de Sharia (zoals de eenzijdige scheiding door de man, bekend als talaq) is niet rechtsgeldig in Nederland tenzij de scheiding ook wordt ingediend en afgehandeld volgens de Nederlandse civiele wetgeving. Dit betekent dat partners die alleen religieus scheiden, volgens de Nederlandse wet nog steeds getrouwd zijn, wat complicaties kan veroorzaken bij hertrouwen of erfrechten.

6. Onderwijs en opvoeding

Ouders die hun kinderen strikt volgens de Sharia willen opvoeden, kunnen tegen problemen aanlopen als dit botst met de Nederlandse regelgeving. Bijvoorbeeld, het recht op onderwijs en bepaalde vrijheden voor kinderen zijn in Nederland wettelijk vastgelegd. Het ontzeggen van onderwijs of een te strikte toepassing van religieuze voorschriften kan leiden tot bemoeienis van jeugdzorg of andere instanties.

7. Werkgelegenheid en discriminatie

Het afdwingen van bepaalde Sharia-gebonden regels in de werkomgeving, zoals kledingvoorschriften of gebedstijden, kan leiden tot conflicten met werkgevers of collega’s. Nederland heeft wetten tegen discriminatie en een rechtsstelsel dat individuele vrijheid beschermt, maar dit moet in balans zijn met werkverplichtingen en arbeidswetten.

In het algemeen geldt dat hoewel mensen in Nederland hun religie vrij mogen uitoefenen, de wetgevende macht seculier is en religieuze regels, zoals de Sharia, niet boven de Nederlandse wet staan. Consequenties ontstaan wanneer religieuze voorschriften in strijd zijn met de wet of niet worden erkend door de Nederlandse rechterlijke macht.


Ethiek en moraal

1. Vrijheid van religie versus wettelijke verplichtingen

In Nederland is vrijheid van religie een grondrecht, maar er kunnen conflicten ontstaan wanneer religieuze overtuigingen botsen met de wet. Voorbeelden:

  • Kledingvoorschriften: Sommige religies vereisen dat vrouwen bepaalde kleding dragen, zoals de niqab (gezichtssluier). Sinds 2019 is in Nederland echter een gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding ingevoerd in openbare ruimten zoals scholen en ziekenhuizen. Dit kan botsen met de morele overtuiging van vrouwen die deze kleding uit religieuze redenen dragen.
  • Inentingen en medische behandelingen: Sommige religieuze groepen zijn tegen het ontvangen van vaccinaties of andere medische ingrepen vanwege hun geloofsovertuigingen. Dit kan botsen met de wet als er bijvoorbeeld een verplichting is tot inenting van kinderen om de volksgezondheid te beschermen, zoals bij epidemieën.

2. Euthanasie en zelfbeschikking versus religieuze of morele overtuigingen

Nederland is een van de weinige landen waar euthanasie en hulp bij zelfdoding onder strikte voorwaarden legaal is. Dit kan botsen met de morele of religieuze overtuigingen van mensen die vinden dat alleen God het recht heeft om te beslissen wanneer een leven eindigt, zoals in veel christelijke, islamitische en joodse geloofsovertuigingen.

  • Individuele keuze versus groepsethiek: Voorstanders van euthanasie beroepen zich op het recht van zelfbeschikking en waardig sterven, terwijl tegenstanders vaak vanuit een ethisch of religieus perspectief vinden dat het beëindigen van leven altijd verkeerd is, ongeacht het lijden.

3. Abortus en morele conflicten

Abortus is in Nederland legaal tot 24 weken zwangerschap onder bepaalde voorwaarden. Voor veel mensen is het recht op abortus een kwestie van vrouwenrechten en lichamelijke autonomie. Echter, anderen beschouwen abortus als immoreel omdat zij het zien als het beëindigen van een ongeboren leven. Dit kan leiden tot conflicten tussen persoonlijke ethiek en de wet.

  • Pro-life beweging: In Nederland zijn er groepen en individuen die abortus om morele of religieuze redenen afkeuren. Zij kunnen bezwaar maken tegen het feit dat abortus legaal is en proberen via activisme of juridische middelen de wet te veranderen.
  • Gewetensbezwaar: Medische professionals die tegen abortus zijn, kunnen in gewetensconflict komen als zij volgens de wet verplicht zijn abortusbehandelingen uit te voeren of door te verwijzen naar een arts die dat wel doet.

4. Veganisme en dierenrechten versus wettelijke voedselregels

Veel veganisten baseren hun levensstijl op morele overtuigingen over dierenrechten, waarbij ze vinden dat het gebruik of doden van dieren voor voedsel immoreel is. Hoewel veganisme volledig legaal is, kunnen er conflicten ontstaan met de wet wanneer hun morele overtuigingen botsen met de regels voor voedselveiligheid en dierlijke producten, zoals verplichte inentingen van dieren of wettelijke voorschriften voor diervoeding.

Daarnaast zijn er groepen die pleiten voor strengere dierenwelzijnswetten die bijvoorbeeld slachting voor vlees beperken of verbieden. Dit kan botsen met religieuze praktijken zoals ritueel slachten binnen de islam (halal) en het jodendom (kosjer), die volgens bepaalde religieuze voorschriften moeten worden uitgevoerd.

5. Discriminatie versus vrijheid van meningsuiting

Nederland kent grondwettelijke bescherming van de vrijheid van meningsuiting, maar deze is niet onbeperkt. De wet verbiedt discriminatie, haatzaaien, en het aanzetten tot geweld. Dit kan botsen met morele of ideologische overtuigingen van bepaalde groepen of individuen die vinden dat ze het recht hebben om hun onvrede of afkeuring van bepaalde groepen (bijvoorbeeld op basis van religie, ras, seksuele geaardheid) te uiten.

  • Religieuze overtuigingen versus LHBTQ-rechten: Sommige religieuze groeperingen keuren homoseksualiteit moreel af en voelen zich beperkt in hun recht op vrije meningsuiting wanneer ze hun opvattingen niet openlijk mogen uiten, terwijl de Nederlandse wet discriminatie op basis van seksuele geaardheid verbiedt.
  • Satire en religie: Vrijheid van meningsuiting kan ook botsen met religieuze gevoelens, zoals in gevallen van satirische uitingen over religies die door gelovigen als beledigend of kwetsend worden ervaren. Denk aan controversiële cartoons over de profeet Mohammed, die kunnen leiden tot ethische conflicten tussen vrije meningsuiting en respect voor religie.

6. Werkgever versus gewetensbezwaar

In sommige gevallen kan ethiek of religie botsen met de arbeidswetten en plichten op het werk. Bijvoorbeeld:

  • Religieuze kleding en uitingen op de werkvloer: Sommige werkgevers willen een neutrale werkomgeving en kunnen werknemers vragen om geen religieuze symbolen te dragen, zoals een hoofddoek, kruisje of keppeltje. Dit kan botsen met de morele overtuiging van een werknemer die vindt dat hij of zij het recht heeft om zijn of haar geloof te uiten op het werk.
  • Gewetensbezwaar op het werk: Werknemers kunnen morele bezwaren hebben tegen bepaalde taken die van hen worden verwacht. Denk bijvoorbeeld aan een arts die weigert euthanasie uit te voeren, of een werknemer in de vleesindustrie die om ethische redenen weigert te werken met dieren.

7. Privacy versus veiligheid

Er kunnen ethische conflicten ontstaan tussen privacy en veiligheid in gevallen waarin de staat bepaalde maatregelen neemt om de veiligheid van de bevolking te waarborgen. Bijvoorbeeld:

  • Surveillance en gegevensverzameling: Om criminaliteit en terrorisme te bestrijden, kunnen overheden technieken gebruiken zoals cameratoezicht en het verzamelen van persoonsgegevens. Dit kan botsen met de ethiek van mensen die vinden dat hun privacy onterecht wordt aangetast of dat er te veel controle is door de overheid.

8. Drugs en prostitutie

Nederland staat bekend om zijn gedoogbeleid ten aanzien van cannabis en de legale status van prostitutie. Hoewel dit legaal is, hebben sommige mensen morele bezwaren tegen het gebruik van drugs en het reguleren van prostitutie. Ze vinden dat deze praktijken moreel verwerpelijk zijn en dat de wet dit gedrag niet zou moeten toestaan of faciliteren.

  • Cannabisgebruik: Voorstanders van legalisatie beroepen zich op persoonlijke vrijheid en pragmatische redenen (zoals het verminderen van criminaliteit), terwijl tegenstanders vaak morele argumenten aanvoeren, zoals dat drugsverslaving slecht is voor individuen en de samenleving.
  • Prostitutie: Terwijl prostitutie legaal is, beschouwen sommige mensen het als immoreel omdat het uitbuiting en misbruik van vrouwen zou bevorderen, ondanks wettelijke regulering. Dit kan ethische conflicten veroorzaken over de vraag of de wet prostitutie moet toestaan.

Conclusie

Ethiek en moraal kunnen in verschillende situaties botsen met de Nederlandse wetgeving, vooral wanneer het gaat om kwesties zoals religie, persoonlijke autonomie, gezondheidszorg, dierenrechten, vrijheid van meningsuiting, en privacy. Hoewel de Nederlandse wet gebaseerd is op de principes van gelijkheid, vrijheid, en bescherming van fundamentele rechten, biedt dit niet altijd ruimte voor iedereen om zijn of haar ethische of morele overtuigingen volledig na te leven. In een seculiere samenleving zoals Nederland moeten individuen vaak balanceren tussen hun persoonlijke ethiek en de juridische verplichtingen die door de staat worden opgelegd.


Gezinsrecht

In Nederland is de Sharia niet rechtsgeldig, en daarom wordt het gezinsrecht volledig geregeld door de Nederlandse wetgeving, met name het Burgerlijk Wetboek. Dit heeft belangrijke consequenties voor moslims die hun huwelijk of scheiding willen laten erkennen, omdat de Nederlandse staat geen religieuze huwelijken erkent als zij niet aan de civiele wet voldoen. Hier zijn de belangrijkste aspecten van het gezinsrecht en de consequenties van het ontbreken van juridische erkenning van de Sharia:

1. Huwelijk

In Nederland is een huwelijk alleen rechtsgeldig als het wordt voltrokken volgens het civiele recht. Een religieus huwelijk, zoals een Sharia-huwelijk, kan alleen plaatsvinden ná een burgerlijk huwelijk en heeft geen wettelijke gevolgen zonder dit civiele huwelijk. Hier zijn de belangrijkste regels en rechten voor beide partijen bij een huwelijk volgens het Nederlandse gezinsrecht:

a. Huwelijksvermogensrecht

  • In Nederland trouwen mensen standaard in beperkte gemeenschap van goederen (sinds 2018), tenzij anders is afgesproken in huwelijkse voorwaarden. Dit betekent dat alles wat de echtgenoten tijdens het huwelijk verwerven (zoals inkomen en vermogen) gemeenschappelijk wordt, terwijl bezittingen van voor het huwelijk en schenkingen/erfenissen privé blijven.
  • Indien een stel alleen volgens de Sharia trouwt, en niet volgens de Nederlandse wet, is het huwelijk niet rechtsgeldig en heeft het geen juridische gevolgen. Dit kan problematisch zijn bij bijvoorbeeld scheidingen of overlijden, omdat er dan geen wettelijke verdeling van vermogen of erfrechtelijke aanspraken zijn.

b. Rechten en plichten van echtgenoten

In het Nederlandse recht hebben echtgenoten wederzijdse rechten en plichten, zoals:

  • Gelijkwaardigheid: Beiden hebben gelijke rechten binnen het huwelijk, en er is geen wettelijke basis voor ongelijkheid tussen man en vrouw, zoals bijvoorbeeld in sommige interpretaties van de Sharia waar mannen soms als hoofd van de familie worden beschouwd.
  • Onderhoudsplicht: Beide echtgenoten hebben de plicht om elkaar financieel te onderhouden tijdens het huwelijk.

c. Polygamie

Polygamie, wat in sommige interpretaties van de Sharia is toegestaan (meestal beperkt tot vier vrouwen), is in Nederland illegaal. Het trouwen met meer dan één persoon is strafbaar volgens het Nederlandse recht en wordt niet erkend, ook niet als het religieus is voltrokken.

2. Echtscheiding

In Nederland moeten zowel een huwelijk als een echtscheiding plaatsvinden volgens de civiele wetgeving. Dit betekent dat een scheiding volgens de Sharia, zoals de eenzijdige scheiding door de man (talaq), niet erkend wordt door de Nederlandse wet. Voor beide partijen gelden de volgende rechten en plichten bij een scheiding:

a. Procedure voor echtscheiding

  • Een echtscheiding moet via de rechtbank verlopen en kan alleen plaatsvinden als het huwelijk civielrechtelijk is erkend.
  • Beide echtgenoten hebben gelijke rechten om een scheiding aan te vragen. Het concept van eenzijdige verstoting (talaq) zoals in sommige Sharia-interpretaties, wordt niet erkend. Beide partijen moeten een verzoek indienen of reageren via de rechter.
  • Als er een religieus huwelijk is zonder civielrechtelijk huwelijk, kan een partner geen formele scheiding aanvragen, omdat het huwelijk nooit door de staat erkend is. Dit kan leiden tot situaties waarin een vrouw in Nederland volgens de wet vrij is, maar religieus gezien nog “getrouwd” is en daardoor niet hertrouwen kan binnen haar geloof.

b. Partneralimentatie

Na een echtscheiding kan de rechter besluiten dat een van de echtgenoten partneralimentatie moet betalen aan de ander. Dit geldt als een van de partners niet voldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien.

  • Dit principe is gebaseerd op het idee van financiële gelijkheid en wederzijdse zorg na het huwelijk.
  • De duur van de partneralimentatie is sinds 2020 beperkt tot maximaal 5 jaar, behalve in bijzondere gevallen (zoals bij langdurige huwelijken of als er jonge kinderen bij betrokken zijn).

c. Verdeling van vermogen

Bij een scheiding wordt het gezamenlijke vermogen verdeeld. Als het huwelijk plaatsvond in gemeenschap van goederen, wordt al het gemeenschappelijke bezit verdeeld. Als er huwelijkse voorwaarden zijn opgesteld, wordt het vermogen volgens die voorwaarden verdeeld.

  • In de Sharia is er vaak een andere verdeling van het vermogen, waarbij bijvoorbeeld de vrouw recht heeft op de bruidsschat (mahr) die door de man is toegezegd. Dit is echter geen juridisch erkend concept in Nederland, tenzij dit onderdeel uitmaakt van de huwelijkse voorwaarden die zijn vastgelegd bij het burgerlijk huwelijk.

d. Gezag over kinderen en omgangsregeling

  • In Nederland blijven beide ouders in principe gezamenlijk ouderlijk gezag houden over de kinderen na een scheiding. Dit betekent dat beide ouders betrokken moeten blijven bij belangrijke beslissingen over de opvoeding van hun kinderen.
  • De rechtbank kan een omgangsregeling vaststellen, waarbij de rechten van beide ouders op omgang met hun kinderen worden vastgelegd. Dit staat in contrast met sommige interpretaties van de Sharia, waarin het gezag na een bepaalde leeftijd automatisch bij de vader terechtkomt.

3. Gevolgen van alleen een Sharia-huwelijk

Als een stel alleen een Sharia-huwelijk sluit zonder dit te laten registreren als een burgerlijk huwelijk, zijn er verschillende juridische problemen die kunnen ontstaan:

  • Geen recht op partneralimentatie: Bij een scheiding heeft een van de partners geen recht op alimentatie, omdat het huwelijk juridisch niet bestaat.
  • Geen erfrechten: De partners hebben geen wettelijke erfrechten ten opzichte van elkaar, tenzij er testamenten zijn opgesteld. Dit kan problematisch zijn als een van de partners overlijdt zonder testament.
  • Geen vermogensverdeling: Omdat het huwelijk niet juridisch erkend is, zijn er geen wettelijke regelingen voor de verdeling van vermogen bij een scheiding. Dit kan vooral nadelig zijn voor de economisch zwakkere partner.
  • Geen pensioenrechten: Bij scheiding hebben partners normaal gesproken recht op verdeling van de tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten. Dit geldt niet voor partners die alleen religieus getrouwd zijn.

4. Bescherming van vrouwen bij religieuze scheiding

Een belangrijk probleem in gevallen van Sharia-huwelijken is dat sommige vrouwen vastzitten in een situatie waarin zij wel civielrechtelijk gescheiden zijn, maar hun man weigert een religieuze scheiding te geven. Dit kan leiden tot ernstige psychologische en sociale problemen, vooral als de vrouw binnen de islamitische gemeenschap als nog steeds getrouwd wordt gezien.

  • In Nederland kan een vrouw, indien haar man weigert mee te werken aan de religieuze scheiding, via maatschappelijke organisaties en imams hulp zoeken om de scheiding toch te verkrijgen. Sommige organisaties, zoals Femmes for Freedom, bieden juridische en praktische ondersteuning aan vrouwen die zich in een dergelijke situatie bevinden.

Conclusie

Omdat de Sharia niet rechtsgeldig is in Nederland, moeten huwelijken en scheidingen volgens het civiele recht worden afgehandeld. Dit betekent dat partners die alleen religieus trouwen geen juridische bescherming hebben bij scheiding, zoals het recht op partneralimentatie, verdeling van vermogen, of erfrechten. Beide partners hebben in Nederland gelijke rechten bij een huwelijk en scheiding, en de wet voorziet in bescherming van de economisch zwakkere partij, de verdeling van pensioenrechten, en zorg voor kinderen. Voor moslims die willen trouwen of scheiden volgens hun religie is het belangrijk om zich te realiseren dat deze handelingen alleen effect hebben binnen hun geloofsgemeenschap, maar niet binnen het Nederlandse juridische kader.


Sociaal Recht

Ja, het hoofddomein van sociaal recht binnen de Sharia, en meer specifiek de islamitische voorschriften die betrekking hebben op financiële transacties, kan invloed hebben op de manier waarop sommige moslims werken, lenen of een hypotheek afsluiten in Nederland. Dit komt voornamelijk door de volgende concepten binnen de Sharia:

1. Verbod op rente (riba)

In de Sharia is het concept van rente (riba) verboden. Riba verwijst naar elke vorm van woekerrente, waarbij geld wordt geleend met de verplichting om meer terug te betalen dan het oorspronkelijke bedrag. Dit verbod is gebaseerd op het idee dat geld verdienen met geld zonder daadwerkelijke economische activiteit of risico als onrechtvaardig wordt beschouwd.

a. Gevolgen voor hypotheken

Het renteverbod heeft directe gevolgen voor het afsluiten van een hypotheek in Nederland, aangezien conventionele hypotheken gebaseerd zijn op rentebetalingen. Veel moslims die de Sharia willen volgen, kiezen ervoor om geen conventionele hypotheek af te sluiten, omdat ze geen rente willen betalen. In sommige landen bestaan er islamitische hypotheken, waarbij een alternatieve financieringsstructuur wordt gebruikt, zoals murabaha (een vorm van koop-verkoopovereenkomst met een vooraf overeengekomen winst), maar deze structuren zijn in Nederland beperkt beschikbaar.

Er zijn enkele Nederlandse banken en financiële instellingen die islamitische hypotheekproducten aanbieden of onderzoeken, maar het aanbod is beperkt. Hierdoor kunnen sommige moslims kiezen voor andere woonoplossingen, zoals huren, om het probleem van rente te vermijden.

b. Gevolgen voor leningen

Naast hypotheken geldt het verbod op rente ook voor consumentenkredieten en leningen. Dit betekent dat conventionele leningen met rente voor bijvoorbeeld een auto, studie, of een onderneming als problematisch worden gezien volgens de Sharia. Sommige moslims vermijden daarom persoonlijke leningen bij banken, en zoeken naar alternatieve financieringsvormen die in lijn zijn met de islamitische principes, zoals rentevrije leningen binnen familie of islamitische microfinanciering.

2. Islamitisch bankieren

Als gevolg van het renteverbod is er een aparte financiële sector ontstaan die bekendstaat als islamitisch bankieren of Sharia-compliant bankieren. Deze sector biedt producten aan die voldoen aan de islamitische principes. In landen met grote moslimpopulaties, zoals Maleisië en de Golfstaten, is islamitisch bankieren wijdverbreid. In Nederland is islamitisch bankieren minder ontwikkeld, maar er zijn wel enkele pogingen gedaan om financiële producten te ontwikkelen die aan de Sharia voldoen.

3. Investeren en werken in bepaalde sectoren

De Sharia stelt ook regels met betrekking tot investeringen en werken in bepaalde sectoren. Veel moslims vermijden bijvoorbeeld investeringen of werk in sectoren die als haram (verboden) worden beschouwd, zoals:

  • Alcoholproductie en -verkoop
  • Varkensvleesindustrie
  • Wapens
  • Gokken
  • Porno-industrie

Dit kan gevolgen hebben voor carrières in deze sectoren, evenals voor beleggingsportefeuilles. Veel moslims die Sharia-compliant willen beleggen, kiezen voor islamitische beleggingsfondsen, die investeren in bedrijven en projecten die in lijn zijn met islamitische waarden, door bijvoorbeeld geen rente te innen of te betalen en te investeren in ethische bedrijven.

4. Handelspraktijken en zakelijke overeenkomsten

In de Sharia zijn er ook specifieke regels voor zakelijke overeenkomsten en handelspraktijken, zoals de nadruk op eerlijkheid, transparantie en het delen van risico’s. Dit betekent dat sommige moslims ervoor kiezen om bepaalde vormen van contracten of partnerships te vermijden als deze niet voldoen aan deze principes.

Een veelgebruikt concept in de islamitische financiën is mudarabah (een winstdelingspartnerovereenkomst). Hierbij investeert de ene partij kapitaal in een onderneming, terwijl de andere partij arbeid levert. Winst wordt gedeeld op basis van een overeengekomen percentage, maar verlies wordt gedragen door de kapitaalverstrekker, tenzij er sprake is van nalatigheid of wangedrag door de andere partij.

5. Gevolgen voor werk en loon

Werken in Nederland valt meestal onder het seculiere arbeidsrecht. Hoewel de Sharia geen directe beperkingen oplegt aan het hebben van een baan in de meeste sectoren (mits het geen haram-activiteiten betreft), kunnen er indirecte gevolgen zijn voor het werk van moslims:

  • Gebedstijden: Moslims zijn verplicht om vijf keer per dag te bidden, en dit kan impact hebben op hun werktijden. Veel werkgevers in Nederland bieden flexibiliteit aan werknemers voor religieuze verplichtingen.
  • Ramadan: Tijdens de Ramadan vasten moslims overdag, wat hun energie en productiviteit op het werk kan beïnvloeden. Bedrijven met een inclusief beleid proberen hier rekening mee te houden door werkroosters aan te passen of pauzes flexibel in te delen.

Conclusie

Voor moslims die de Sharia willen naleven, heeft dit gevolgen voor het werken, lenen en het afsluiten van een hypotheek in Nederland. Het renteverbod is een van de grootste uitdagingen, wat ertoe leidt dat conventionele hypotheken en leningen als problematisch worden beschouwd. Islamitisch bankieren en alternatieve financieringsvormen bieden oplossingen, maar zijn in Nederland nog niet wijdverbreid. Daarnaast beïnvloeden Sharia-principes de keuzes voor werk en investeringen, waarbij sommige sectoren en bedrijfsactiviteiten worden vermeden. Velen zoeken echter naar manieren om hun religieuze overtuigingen in evenwicht te brengen met de praktische vereisten van het dagelijks leven in Nederland.


Strafrecht

Het strafrecht onder de Sharia en de Nederlandse wetgeving verschilt aanzienlijk in termen van de oorsprong, de principes, de aard van de straf en de procedures. Hier volgt een vergelijking tussen deze twee systemen, met specifieke aandacht voor hun verschillen en conflicten.

1. Bron van de Wetgeving

  • Sharia: De Sharia is een religieus rechtssysteem dat gebaseerd is op de Koran (het heilige boek van de islam), de Hadith (uitspraken en daden van de profeet Mohammed), en interpretaties door islamitische juristen (fiqh). De Sharia is zowel een religieuze als juridische leidraad voor moslims en behandelt niet alleen strafrecht, maar ook civiele kwesties zoals huwelijk, handel en familie.
  • Nederlandse Wetgeving: Het Nederlandse strafrecht is seculier en is gebaseerd op wetten die zijn opgesteld door de overheid, met name het Wetboek van Strafrecht. Het is een product van democratische besluitvorming en is niet gekoppeld aan een religie. De wet is gebaseerd op principes zoals gelijkheid, vrijheid, en de bescherming van individuele rechten, en moet voor alle burgers, ongeacht religie, op dezelfde manier worden toegepast.

2. Soorten misdrijven

Onder de Sharia worden misdrijven ingedeeld in verschillende categorieën met elk hun eigen straffen:

  • Hudud-misdrijven: Dit zijn ernstige misdrijven met vaste straffen die direct uit de Koran en de Hadith komen. Voorbeelden van hudud-misdrijven zijn diefstal, overspel, laster en het drinken van alcohol. De straffen kunnen zwaar zijn, zoals het afhakken van handen bij diefstal of steniging bij overspel.
  • Qisas-misdrijven: Dit zijn misdrijven waarbij de straf gelijk is aan het geleden letsel, vergelijkbaar met het principe van “oog om oog, tand om tand”. Voorbeelden zijn moord of verwonding, waarbij de familie van het slachtoffer vergelding kan eisen of compensatie kan aanvaarden.
  • Tazir-misdrijven: Dit zijn misdrijven waarbij de straffen niet vaststaan en kunnen worden bepaald door de rechter of de autoriteiten, zoals bijvoorbeeld corruptie of belastingontduiking. Deze misdrijven worden gezien als minder ernstig, en de straf kan variëren van gevangenisstraf tot een boete.

In de Nederlandse wetgeving worden misdrijven als volgt ingedeeld:

  • Misdrijven: Dit zijn de zwaardere strafbare feiten zoals moord, verkrachting, zware mishandeling en diefstal. De straffen kunnen variëren van boetes tot lange gevangenisstraffen en zelfs levenslang.
  • Overtredingen: Dit zijn lichtere vergrijpen zoals openbare dronkenschap, verkeersovertredingen en geluidsoverlast. De straffen hiervoor zijn meestal boetes of lichte gevangenisstraffen.

3. Strafmaat en soorten straffen

De straffen in de Sharia kunnen heel streng zijn en zijn soms gebaseerd op lichamelijke bestraffing, terwijl in Nederland de nadruk ligt op vrijheidsstraffen, geldboetes en herintegratie van de dader in de samenleving.

  • Hudud-straffen: Deze straffen zijn vaak erg zwaar en symbolisch binnen het islamitische rechtssysteem:
    • Hand afhakken bij diefstal (onder strikte voorwaarden).
    • Steniging voor overspel, hoewel dit in veel islamitische landen niet wordt toegepast of zelden voorkomt vanwege de zeer hoge bewijslast.
    • Geseling voor het drinken van alcohol.
    Deze straffen zijn afgeleid van de Koran en worden beschouwd als goddelijke bepalingen, maar hun toepassing varieert sterk per land en afhankelijk van de interpretatie van de Sharia.
  • Qisas (vergelding): Bij bijvoorbeeld moord kan de familie van het slachtoffer eisen dat de dader wordt geëxecuteerd, tenzij er een financiële compensatie wordt geaccepteerd (diya, bloedgeld). Dit principe is gebaseerd op het idee van wederkerigheid.
  • Tazir-straffen: Dit zijn variabele straffen die worden bepaald door de rechter en kunnen boetes, gevangenisstraffen of zelfs berispingen omvatten, afhankelijk van het specifieke misdrijf en de omstandigheden.

In Nederland zijn straffen gebaseerd op seculiere wetgeving en zijn er geen lichamelijke straffen:

  • Gevangenisstraf: Dit is de meest voorkomende straf voor misdrijven zoals moord, verkrachting en ernstige diefstal. In Nederland kan een levenslange gevangenisstraf worden opgelegd voor zeer ernstige misdrijven, zoals moord.
  • Boetes: Voor zowel misdrijven als overtredingen kunnen boetes worden opgelegd. De hoogte van de boete hangt af van de ernst van het misdrijf of de overtreding.
  • Taakstraffen: Bij lichtere misdrijven kan een taakstraf worden opgelegd, waarbij de dader een bepaald aantal uren gemeenschapsdienst moet verrichten.
  • Voorwaardelijke straffen: In sommige gevallen kan een straf voorwaardelijk worden opgelegd, waarbij de dader een proeftijd krijgt en geen straf krijgt zolang hij of zij zich aan de voorwaarden houdt.

4. Bewijslast en procedure

De Sharia en het Nederlandse strafrecht verschillen ook in hun procedures en eisen voor bewijslast:

  • Sharia: Voor sommige hudud-misdrijven is de bewijslast extreem hoog. Bijvoorbeeld, om iemand te veroordelen voor overspel zijn er vier mannelijke ooggetuigen nodig die het incident hebben waargenomen, wat in de praktijk zelden voorkomt. De hoge bewijslast zorgt ervoor dat deze straffen vaak niet worden opgelegd.
    • In andere gevallen, zoals bij qisas (vergelding), kunnen getuigenissen van familieleden en ooggetuigen een grote rol spelen, en de familie van het slachtoffer heeft vaak de keuze om vergelding of compensatie te eisen.
  • Nederlandse Wetgeving: Het Nederlandse strafrecht hanteert het principe van onafhankelijke rechtspraak en een rechtsstaat waarin de verdachte recht heeft op een eerlijk proces. Bewijs moet op een wettige manier worden verzameld en voor de rechter kan dit bewijs op verschillende manieren worden aangeleverd, zoals getuigenverklaringen, forensisch bewijs en videomateriaal.
    • Het principe van “onschuldig totdat het tegendeel is bewezen” is een fundamenteel onderdeel van het strafprocesrecht in Nederland, waarbij de rechter pas een veroordeling kan uitspreken als er voldoende bewijs is om de schuld van de verdachte aan te tonen.

5. Verschillen in Toepassing en Praktijk

In veel landen waar de Sharia wordt toegepast, gebeurt dit vaak naast een civiel rechtssysteem. De Sharia wordt soms beperkt tot persoonlijke statuskwesties zoals huwelijk, echtscheiding en erfenis, terwijl het strafrecht wordt beheerst door een seculier systeem. In sommige landen, zoals Saoedi-Arabië en Iran, worden echter bepaalde aspecten van de Sharia, zoals hudud-straffen, nog steeds officieel gehandhaafd.

In Nederland daarentegen wordt alleen het seculiere strafrecht gehandhaafd. Er is geen enkele erkenning van de Sharia binnen het strafrechtelijke systeem. Dit betekent dat alle inwoners, ongeacht hun religie, zich aan dezelfde wetten moeten houden en dat religieuze principes geen invloed hebben op de straffen die worden opgelegd door de Nederlandse rechtbanken.

6. Eerwraak en andere culturele praktijken

Hoewel eerwraak in sommige culturen wordt geassocieerd met traditionele of religieuze praktijken, wordt dit in Nederland gezien als een ernstig strafbaar feit. Het doden of mishandelen van een familielid om de eer van de familie te herstellen is onder de Nederlandse wet strafbaar als moord of doodslag, en het religieuze of morele motief biedt geen enkele rechtvaardiging of verzachting van de straf.

  • Sharia: In sommige samenlevingen waar de Sharia van invloed is, kunnen traditionele eergerelateerde praktijken nog steeds voorkomen, hoewel de Sharia zelf geen expliciete rechtvaardiging biedt voor eerwraak. Het is echter mogelijk dat culturele tradities worden vermengd met religieus recht, wat in sommige gemeenschappen kan leiden tot conflicten met staatsrecht.
  • Nederlandse Wet: In Nederland wordt eerwraak gezien als een ernstig strafbaar feit, en de daders worden vervolgd en bestraft volgens het reguliere strafrecht. Hierbij is er geen ruimte voor culturele of religieuze vergoelijking van dergelijke daden.

Strafrecht: de Sharia heeft geen juridische status in Nederland

In Nederland is het niet toegestaan om iemand te straffen volgens de Sharia of enige andere religieuze wet. Alle juridische geschillen en misdrijven moeten worden behandeld volgens het seculiere Nederlandse rechtssysteem, dat is gebaseerd op principes van rechtvaardigheid, gelijkheid en mensenrechten. Daden van geweld of andere illegale straffen die buiten de wet om worden toegepast, zijn strafbaar.

1. Rechtsgeldigheid van de Sharia

  • De Sharia heeft geen juridische status in Nederland. Dit betekent dat religieuze wetten, inclusief de Sharia, niet kunnen worden gebruikt om iemand te straffen of juridische beslissingen te nemen.

2. Verbod op lichamelijke straffen

  • Lichamelijke straffen, zoals diefstal bestraffen door handafhakken of andere fysieke straffen die onder de Sharia kunnen worden opgelegd, zijn in Nederland ten strengste verboden. Dit valt onder de Wettelijke bescherming tegen geweld en mensenrechten.

3. Strafrechtelijke procedures

  • Iedereen die beschuldigd wordt van een misdrijf in Nederland, moet worden berecht volgens de Nederlandse wet. Dit houdt in dat de rechtsgang moet voldoen aan de wettelijke vereisten, inclusief een eerlijk proces en de mogelijkheid om in beroep te gaan.

4. Discriminatie en geweld

  • Als iemand in Nederland gestraft wordt volgens de Sharia (bijvoorbeeld door geweld of intimidatie), kan dit worden beschouwd als discriminatie, geweld of zelfs wraakacties. Dergelijk gedrag is strafbaar en kan leiden tot vervolging.

5. Internationale mensenrechten

  • Nederland is ook gebonden aan internationale mensenrechtenverdragen die de rechten van individuen beschermen tegen willekeurige straffen en geweld.

Sharia (of enige andere religieuze wetgeving) in Nederland?

De Sharia, een islamitisch juridisch systeem gebaseerd op de Koran en andere islamitische teksten, wordt door sommige moslims gezien als een belangrijk religieus kader voor het dagelijks leven. In sommige islamitische landen vormt de Sharia een belangrijk onderdeel van het juridische systeem, terwijl andere landen het combineren met seculiere wetgeving. In Nederland, een constitutionele democratie, zijn de invoering van de Sharia of enige andere religieuze wetgeving echter ondenkbaar, mede door de scheiding van kerk en staat en de bescherming van fundamentele rechten.

1. Nederland als Constitutionele democratie

Nederland is een constitutionele democratie met een sterke scheiding tussen kerk en staat. De Grondwet van Nederland beschermt de seculiere rechtsstaat, waarbij religie geen directe invloed heeft op de wetgeving. Alle wetten in Nederland gelden voor iedereen, ongeacht hun religie, en zijn gebaseerd op algemene principes van gelijkheid, vrijheid en rechtvaardigheid.

De Grondwet kan alleen worden gewijzigd via een zeer langdurige en complexe procedure, die een tweederde meerderheid vereist in twee achtereenvolgende parlementaire termijnen. Dit zorgt ervoor dat ingrijpende veranderingen, zoals de invoering van religieuze wetgeving, vrijwel onmogelijk zijn zonder brede politieke en maatschappelijke steun.

2. Bescherming van grondrechten

De Nederlandse Grondwet, in combinatie met internationale verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), waarborgt fundamentele rechten zoals vrijheid van religie, meningsuiting en gelijkheid voor de wet. Bepaalde aspecten van de Sharia, zoals de ongelijkheid tussen man en vrouw of beperkingen op persoonlijke vrijheden, zouden in strijd zijn met deze grondrechten.

In Nederland zou wetgeving die fundamentele rechten schendt door de rechter kunnen worden verworpen. Dit maakt het invoeren van religieuze wetten die deze rechten aantasten juridisch onmogelijk.

3. Verhouding tussen moslims en de rest van de bevolking

Hoewel de moslimgemeenschap in Nederland groeit, blijft het percentage moslims relatief klein, met schattingen van ongeveer 5-6% van de totale bevolking. Zelfs als dit aantal zou toenemen, zou het nog steeds een minderheid blijven binnen de totale bevolking. Aangezien grote politieke veranderingen zoals de invoering van de Sharia een meerderheid vereisen, is de kans hierop uiterst klein. Gezien de huidige demografische en politieke trends is het onwaarschijnlijk dat er ooit voldoende politieke steun zal zijn voor een dergelijke verandering.

4. Diversiteit binnen de moslimgemeenschap

De moslimgemeenschap in Nederland is zeer divers, met verschillende stromingen en opvattingen binnen de islam, zoals soennieten, sjiieten en liberale moslims. Niet alle moslims in Nederland steunen de invoering van de Sharia, vooral niet in een seculiere samenleving als Nederland. Veel moslims zien de Sharia voornamelijk als een religieus en persoonlijk kader, in plaats van een politieke agenda die de wetgeving van het land moet veranderen. Dit betekent dat de moslimgemeenschap zelf geen homogene groep vormt die achter de invoering van de Sharia staat.

5. Politiek landschap

Het Nederlandse politieke landschap is sterk gefragmenteerd, waarbij coalitieregeringen de norm zijn. Partijen die expliciet pleiten voor de invoering van de Sharia of andere religieuze wetgeving hebben weinig kans op brede steun. Partijen zoals VVD, D66, PvdA en CDA, die het grootste deel van het politieke spectrum bestrijken, staan allemaal sterk achter de scheiding van kerk en staat en zouden elke poging om religieuze wetgeving in te voeren tegenwerken.

Omdat politieke partijen in Nederland op basis van proportionaliteit zetels in het parlement krijgen, is het voor een kleine partij die religieuze wetgeving zou steunen praktisch onmogelijk om voldoende steun te krijgen om beleid door te voeren.

6. Culturele en maatschappelijke weerstand

De Nederlandse samenleving hecht veel waarde aan fundamentele vrijheden zoals gelijkheid, individuele rechten en emancipatie, vooral op het gebied van vrouwenrechten en LGBTQ+-rechten. Sommige aspecten van de Sharia, zoals beperkingen op de rechten van vrouwen, zouden haaks staan op deze waarden en daarom sterk worden afgewezen door zowel de politiek als de maatschappij.

Gezien deze culturele en maatschappelijke weerstand is de kans dat er brede steun zou zijn voor de invoering van Sharia-wetgeving in Nederland zeer klein.

7. Internationale Context

Nederland maakt deel uit van de Europese Unie, een seculiere gemeenschap van landen die de nadruk legt op mensenrechten, democratische waarden en de rechtsstaat. Het invoeren van Sharia-wetgeving zou conflicten veroorzaken met de EU-regelgeving en internationale verdragen. Dit zou mogelijk leiden tot diplomatieke en economische isolatie van Nederland binnen de Europese en internationale gemeenschap, wat verdere obstakels creëert voor de invoering van religieuze wetgeving.


Asiel: keuze voor vrijheid ipv Sharia

Veel vluchtelingen komen naar Nederland juist vanwege de waarden die de samenleving biedt, zoals tolerantie, vrijheid, gelijkheid en bescherming van individuele rechten. Nederland staat bekend om zijn open en inclusieve samenleving, waar mensen vrij zijn om hun leven te leiden zonder angst voor onderdrukking op basis van religie, geslacht, seksuele geaardheid of politieke overtuiging.

Voor veel vluchtelingen en migranten vormen deze waarden een aantrekkelijk alternatief voor de omstandigheden in hun land van herkomst, waar mensenrechten vaak worden geschonden en er minder persoonlijke vrijheden zijn. Nederland biedt hen de mogelijkheid om in een samenleving te leven waar hun rechten worden beschermd, waar ze toegang hebben tot onderwijs, werk en gezondheidszorg, en waar ze hun eigen geloof en cultuur kunnen uitoefenen zonder repressie.

Het zou inderdaad tegenstrijdig zijn als deze mensen vervolgens politieke partijen zouden steunen die de vrijheden en waarden die ze zochten in gevaar zouden brengen. Partijen die pleiten voor de invoering van religieuze wetgeving zoals de Sharia, of die afstand nemen van de universele mensenrechten zoals gelijkheid en vrijheid, zouden in feite de basiswaarden van de Nederlandse samenleving ondermijnen.

Veel migranten en vluchtelingen kiezen er dan ook bewust voor om in een land als Nederland te wonen, juist vanwege de zekerheid dat hun rechten gerespecteerd worden. Daarom is het logisch dat een groot deel van hen partijen en politieke stromingen zou afwijzen die deze vrijheden bedreigen. Ze waarderen de tolerantie en vrijheid die Nederland hen biedt en zullen doorgaans niet stemmen voor beleid dat de rechten van vrouwen zou inperken, of dat zou pleiten voor religieuze wetgeving boven seculiere wetten.

Kortom, de waarden van de Nederlandse samenleving zijn vaak de reden waarom vluchtelingen en migranten naar Nederland komen, en het zou niet slim zijn als ze zouden kiezen voor een partij die diezelfde waarden onder druk zou zetten.


De Invloed van Erdoğan op Turkse Nederlanders

President Recep Tayyip Erdoğan probeert zijn invloed op de Turkse gemeenschap in Nederland te vergroten, met name via organisaties zoals de Turks-Islamitische Unie voor Religieuze Zaken (Diyanet) en Milli Görüş. Deze organisaties zijn nauw verbonden met de Turkse overheid en dragen bij aan de verspreiding van de islamitische en nationalistische boodschap van Erdoğan. Zijn beleid richt zich op het versterken van de Turkse identiteit en islamitische waarden onder de Turkse diaspora.

Hoewel Erdoğan invloed uitoefent op bepaalde conservatieve en religieuze delen van de Turkse gemeenschap in Nederland, betekent dit niet dat zijn invloed leidt tot pleidooien voor de invoering van de Sharia in Nederland. Zijn retoriek is gericht op het behouden van de Turkse identiteit en religieuze waarden, maar niet op het overnemen van het Nederlandse politieke en juridische systeem.

Daarnaast blijft de invloed van Erdoğan beperkt vanwege de diversiteit binnen de Turkse gemeenschap in Nederland. Veel Turkse Nederlanders, vooral seculiere en Koerdische minderheden, verzetten zich tegen zijn beleid. Bovendien kan Erdoğan, door de strikte scheiding tussen kerk en staat in Nederland, geen directe invloed uitoefenen op de wetgeving.

Conclusie

Hoewel de Sharia voor sommige moslims een belangrijk religieus kader vormt, is het invoeren van religieuze wetgeving in Nederland onmogelijk. Nederland is een constitutionele democratie met een strikte scheiding tussen kerk en staat, die grondrechten beschermt die in strijd zouden zijn met bepaalde aspecten van de Sharia.

De invloed van president Erdoğan op de Turkse gemeenschap in Nederland is zeker aanwezig, maar blijft beperkt tot culturele en religieuze sferen en leidt niet tot pogingen om religieuze wetgeving in Nederland in te voeren. De Nederlandse politieke en maatschappelijke weerstand tegen religieuze wetten, gecombineerd met internationale verplichtingen, maakt de invoering van de Sharia in Nederland ondenkbaar.


De gevolgen van Sharia-erkenning in Europese rechtbanken

De recente uitspraak van een rechtbank in Wenen heeft veel mensen wakker geschud. Voor het eerst werd een arbitragebeslissing die gebaseerd was op de Sharia (islamitische wetgeving) officieel erkend in Oostenrijk. Hoewel het in dit geval om een zakelijk contract ging, werpt dit een belangrijke vraag op: waar eindigt dit? En nog belangrijker: kan dit ook naar Nederland overwaaien?

Wat er is gebeurd

Twee zakenpartners hadden in hun contract afgesproken dat geschillen beslecht zouden worden volgens de Sharia. Toen er ruzie ontstond over de uitkomst, bevestigde de Oostenrijkse rechtbank dat deze beslissing geldig was – zolang de inhoud niet in strijd is met de fundamentele wetten van Oostenrijk.

Waarom dit zorgelijk is

Op het eerste gezicht lijkt dit een technische juridische kwestie. Maar de gevolgen kunnen veel verder reiken:

  • Sharia in civiele zaken: op dit moment kunnen contracten en eigendomsgeschillen op basis van Sharia worden erkend, mits ze niet botsen met nationale wetten.
  • Gevaar voor uitbreiding: critici vrezen dat dit precedent deuren opent naar andere domeinen zoals echtscheiding, erfrecht of voogdij. Juist daar bestaan grote verschillen tussen Sharia en Europees recht, vooral wat betreft de gelijkheid tussen man en vrouw.
  • Risico voor de rechtsorde: als religieuze wetgeving naast of zelfs boven seculiere wetten invloed krijgt, kan dit leiden tot een versnippering van de rechtsstaat. In plaats van één gelijk recht voor iedereen, ontstaat er dan een systeem waarin afkomst of religie bepaalt welke regels gelden.

Een praktijkvoorbeeld

Stel: een Nederlandse vrouw trouwt met een moslim. Naast het burgerlijk huwelijk in Nederland wordt er ook een Sharia-huwelijk gesloten. De man noemt dit een formaliteit en er lijkt geen probleem te zijn. Maar als de relatie stukloopt en er een scheiding volgt, kan het Sharia-huwelijk ineens een grote rol gaan spelen.

Volgens Nederlands recht hebben man en vrouw gelijke rechten bij scheiding en voogdij. Volgens Sharia kan de verdeling echter heel anders uitvallen: vrouwen hebben vaak minder rechten bij echtscheiding, erfenis of voogdij. Wanneer Europese rechtbanken Sharia-afspraken erkennen, kan de vrouw daardoor in de praktijk minder bescherming hebben van het nationale recht dan ze dacht. Wat begon als een symbolische handeling, kan zo verstrekkende juridische gevolgen hebben.

Waarom dit iedereen aangaat

Dit gaat niet alleen over Oostenrijk. Europese landen zijn juridisch sterk met elkaar verbonden. Wat vandaag in Wenen gebeurt, kan morgen invloed hebben op Duitsland, Frankrijk, België of zelfs Nederland. Een uitzondering kan zo een precedent worden dat de basisprincipes van onze samenleving ondermijnt.

Gevolgen voor minderheden

De erkenning van Sharia-regels raakt niet alleen vrouwen of echtgenoten in huwelijks- en familierecht. Ook minderheden, waaronder de LHBTQ-gemeenschap, lopen gevaar. Binnen veel interpretaties van de Sharia bestaat geen erkenning van gelijke rechten voor homoseksuele of transgender personen. Als parallelle religieuze systemen invloed krijgen op juridische procedures, kan dit hun bescherming en veiligheid ernstig aantasten.

Conclusie

Voor nieuwkomers én Nederlanders is het belangrijk te begrijpen dat het Europese recht is gebouwd op gelijkheid, vrijheid en scheiding van kerk en staat. Dat beschermt vrouwen, kinderen en minderheden. Het erkennen van Sharia in rechtbanken – zelfs beperkt tot zakelijke contracten – is een glijdende schaal. Wat nu klein lijkt, kan morgen onze rechten en vrijheden ernstig aantasten.

Waakzaamheid is nodig. Onze rechtsstaat is er om iedereen gelijk te beschermen. Die zekerheid mogen we nooit vanzelfsprekend vinden, en we moeten alert zijn wanneer parallelle systemen dreigen die bescherming uit te hollen.

Terug naar het overzicht

Geef een reactie