Werkwoorden met vaste voorzetsels
Lijst met werkwoorden met vaste voorzetsels
- zich aanpassen aan
Omar past zich gemakkelijk aan in de groep. (adapt to – يتكيف مع) - behoefte hebben aan
Iedereen heeft behoefte aan vriendschap. (need for – يحتاج إلى) - deelnemen aan
Neemt Sylvie deel aan de quiz? (participate in – يشارك في) - denken aan / om / over
Denk aan wat we afgesproken hebben! / Denk om de buren, maak geen lawaai! / Kitty denkt na over een eventuele scheiding. (think of/about – يفكر في / ب) - sterven aan / van
Mijn opa is gestorven aan kanker / van ouderdom. (die from/of – يموت من / بسبب) - twijfelen aan
Marcus twijfelt niet aan je eerlijkheid. (doubt – يشك في) - verslaafd zijn aan
Daniel is echt verslaafd aan cola. (addicted to – مدمن على) - werken aan
De auteur werkt aan een nieuw boek. (work on – يعمل على) - horen bij
Die kleine jongen hoort bij de groep. (belong to – ينتمي إلى) - passen bij
Mijn blauwe handtas past goed bij mijn jurk. (match – يناسب) - geïnteresseerd zijn in / interesse hebben in
Timo is geïnteresseerd in / heeft interesse in de paardensport. (interested in – مهتم ب) - geloven in
Geloof jij in een leven na de dood? (believe in – يؤمن بـ) - plezier hebben in
Alexis heeft plezier in kanovaren. (enjoy – يستمتع بـ) - slagen in
Alfred is geslaagd in zijn carrière. (succeed in – ينجح في) - zich specialiseren in
Wij willen ons specialiseren in Nederlands. (specialize in – يتخصص في) - zich vergissen in
Tina heeft zich vergist in die man. (mistake – يخطئ في) - zin hebben in
Heb je zin in een ijsje? (feel like – يشتهي / يرغب في) - akkoord gaan met
Ik ga akkoord met zijn plan. (agree with – يوافق على) - beginnen met
De leerlingen beginnen met goede moed aan hun studie. (start with – يبدأ بـ) - bevriend zijn met
Lili is niet meer bevriend met Emily. (be friends with – صديق لـ) - klaar zijn met
Ben je bijna klaar met je huiswerk? (done with – ينتهي من) - blij zijn met
Rita is heel blij met haar nieuwe auto. (happy with – سعيد بـ) - ervaring hebben met
Heeft Erik ervaring met honden? (experience with – لديه خبرة مع) - gelukkig zijn met
Agneski is gelukkig met haar nieuwe huis. (happy with – سعيد بـ) - iemand feliciteren met
Ik wil je graag feliciteren met je diamanten huwelijk. (congratulate on – يهنئ بـ) - meedoen met
Doe je mee met het sporttoernooi? (join in – يشارك في) - rekening houden met
Probeer altijd rekening te houden met de anderen! (consider – يأخذ في الاعتبار) - spreken met
Morgen moet ik spreken met de directeur. (speak with – يتحدث مع) - informeren naar
Franceska informeert naar een nieuwe job. (inquire about – يستفسر عن) - kijken naar
Iedereen kijkt naar dat populaire tv-programma. (watch – يشاهد) - luisteren naar
Luister je op zondagmiddag naar het sportnieuws op de radio? (listen to – يستمع إلى) - telefoneren naar
Wim telefoneert naar zijn schoonmoeder. (call – يتصل بـ) - verlangen naar
Mijn baas is moe; hij verlangt naar vakantie. (long for – يتوق إلى) - zoeken naar
Naar die vermiste jongen wordt al maanden gezocht! (search for – يبحث عن) - geven om
Goede buren geven veel om elkaar. (care about – يهتم بـ) - lachen om
Ik lach telkens weer om die flauwe grap. (laugh at – يضحك على) - verdriet hebben om
Mijn opa heeft veel verdriet om het overlijden van oma. (grieve over – يحزن على) - antwoorden op
Antwoordt u meteen op zijn mail, alstublieft? (respond to – يجيب على) - boos zijn op
De leraar is boos op de leerling omdat hij niet gestudeerd heeft. (angry with – غاضب على) - een beroep doen op
Als de kraan lekt, doe ik een beroep op de loodgieter. (appeal to – يلجأ إلى) - hopen op
Hoop je op beter weer in Spanje? (hope for – يأمل في) - zich abonneren op
Francisco abonneert zich op een sportmagazine. (subscribe to – يشترك في) - invloed hebben op
Het weer heeft vaak invloed op ons humeur. (influence on – يؤثر على) - letten op
Let op de weg en gsm niet tijdens het rijden! (pay attention to – ينتبه إلى) - lijken op
Mijn dochter lijkt helemaal niet op mij. (resemble – يشبه) - recht hebben op
Iedereen heeft recht op een vrije mening. (right to – له الحق في) - rekenen op
Op die man kun je altijd rekenen. (count on – يعتمد على) - trots zijn op
Elke goede leraar is trots op zijn klas. (proud of – فخور بـ) - verliefd zijn op
Ons buurmeisje is verliefd op mijn broer. (in love with – واقع في الحب مع) - wachten op
Ik wacht al een uur op de dokter! (wait for – ينتظر) - beslissen over
De burgemeester beslist over de organisatie van het concert. (decide about – يقرر بشأن) - klagen over
De peuter klaagt over tandpijn. (complain about – يشكو من) - nadenken over
Denk maar eens na over zijn voorstel! (think about – يفكر في) - spreken over
In de les spreekt de leraar over de Tweede Wereldoorlog. (talk about – يتحدث عن) - tevreden zijn met / over
Manuel is tevreden met het resultaat. De coach is tevreden over Issa. (satisfied with – راضٍ بـ / over – راضٍ عن) - zich beperken tot
De president beperkt zich tot het bezoeken van enkele provincies. (limit to – يقتصر على) - bereid zijn tot
Ben je bereid tot een compromis? (willing to – مستعد لـ) - in staat zijn tot
David is tot veel in staat als hij maar wil. (capable of – قادر على) - protesteren tegen
Een massa mensen protesteerde tegen de nieuwe wetten. (protest against – يحتج على) - zich verzekeren tegen
Heb je je verzekerd tegen inbraak, Jerome? (insure against – يؤمّن ضد) - vriendelijk zijn tegen
Ik probeer altijd vriendelijk te zijn tegen de politie. (friendly towards – ودود تجاه) - bestaan uit
Zijn cadeau bestaat uit 2 cd’s en een drietal boeken. (consist of – يتكون من) - afhangen van
Als het van mij afhangt, kunnen we morgen fietsen. (depend on – يعتمد على) - bang zijn van/voor
Rik is bang van/voor honden. (afraid of – يخاف من) - dromen van
Ik droom van een reis naar New York. (dream of – يحلم بـ) - gebruikmaken van
Voor zijn les maakt de leraar gebruik van een powerpoint. (make use of – يستخدم) - houden van
Kinderen houden veel van hun ouders, en omgekeerd. (love – يحب) - op de hoogte zijn van
Ben je op de hoogte van de nieuwe instructies? (aware of – على علم بـ) - overtuigen van
Jonas heeft mij overtuigd van zijn tekentalent. (convince of – يقنع بـ) - spijt hebben van
Heb je spijt van wat je gedaan hebt, Christian? (regret – يندم على) - zeker zijn van
In België kun je nooit zeker zijn van het weer. (certain of – متأكد من) - belangstelling hebben voor
Timo heeft veel belangstelling voor klassieke muziek. (interest in – مهتم بـ) - (be)danken voor
Vergeet hem niet te (be)danken voor het mooie geschenk! (thank for – يشكر على) - geschikt zijn voor
Nathalie is helemaal niet geschikt voor die job. (suitable for – مناسب لـ) - gevoelig zijn voor
Mijn moeder is gevoelig voor gruwelijke beelden op tv. (sensitive to – حساس لـ) - zich interesseren voor
Andres interesseert zich enorm voor voetbal. (interested in – يهتم بـ) - kiezen voor
Magda kiest voor Achmed in de plaats van Abdel. (choose for – يختار) - slagen voor
Ben je geslaagd voor je rijexamen? Proficiat! (pass – ينجح في) - studeren voor
Ben studeert voor automecanicien. (study for – يدرس لـ) - verantwoordelijk zijn voor
Ben jij verantwoordelijk voor de opvoeding van dat kind? (responsible for – مسؤول عن) - zich verontschuldigen voor
De directeur verontschuldigt zich voor zijn afwezigheid. (apologize for – يعتذر عن) - vrezen voor
De sportman vreest voor een langdurige immobiliteit. (fear for – يخشى من) - waarschuwen voor
Ik waarschuw je voor die man; hij deugt niet. (warn about – يحذر من) - zorgen voor
Nina zorgt al tien jaar alleen voor haar kinderen. (take care of – يعتني بـ) - 4o
- Je zei:
- Graag nogmaals. Maar nu alle dubbele eruit halen. En indien mogelijk de voorbeeldzinnen herschrijven met een ander woord (moeder = vader, hij = zij, enz)
- ChatGPT zei:
- ChatGPT
- Natuurlijk, hier is de herschreven versie zonder de dubbele werkwoord-combinaties en met gewijzigde voorbeeldzinnen:
- zich aanpassen aan
Yasmine past zich snel aan de nieuwe schoolomgeving aan. (adapt to – يتكيف مع) - behoefte hebben aan
Iedereen heeft behoefte aan rust na een lange werkdag. (need for – يحتاج إلى) - deelnemen aan
Neemt Johan deel aan het toernooi? (participate in – يشارك في) - denken aan / om / over
Denk aan je afspraak met de dokter! / Denk om de fietsers in het verkeer! / Sofia denkt over een carrièreswitch na. (think of/about – يفكر في / ب) - sterven aan / van
Mijn vader is gestorven aan hartfalen / van verdriet. (die from/of – يموت من / بسبب) - twijfelen aan
Laura twijfelt niet aan je goede bedoelingen. (doubt – يشك في) - verslaafd zijn aan
Emma is verslaafd aan chocolade. (addicted to – مدمن على) - werken aan
De ingenieur werkt aan een nieuw project. (work on – يعمل على) - horen bij
De kat hoort bij het gezin. (belong to – ينتمي إلى) - passen bij
De schoenen passen goed bij zijn pak. (match – يناسب) - geïnteresseerd zijn in / interesse hebben in
Klaas is geïnteresseerd in / heeft interesse in kunstgeschiedenis. (interested in – مهتم ب) - geloven in
Geloof jij in ware liefde? (believe in – يؤمن بـ) - plezier hebben in
Eva heeft plezier in schilderen. (enjoy – يستمتع بـ) - slagen in
Milan is geslaagd in zijn studie. (succeed in – ينجح في) - zich specialiseren in
De arts wil zich specialiseren in cardiologie. (specialize in – يتخصص في) - zich vergissen in
Ik heb me vergist in haar karakter. (mistake – يخطئ في) - zin hebben in
Heb je zin in een warme chocolademelk? (feel like – يشتهي / يرغب في) - akkoord gaan met
Ik ga akkoord met de veranderingen in het rooster. (agree with – يوافق على) - beginnen met
De cursisten beginnen met enthousiasme aan hun training. (start with – يبدأ بـ) - bevriend zijn met
Hannah is al jaren bevriend met Nina. (be friends with – صديق لـ) - klaar zijn met
Ben je klaar met het rapport? (done with – ينتهي من) - blij zijn met
Tom is heel blij met zijn promotie. (happy with – سعيد بـ) - ervaring hebben met
Sanne heeft ervaring met het trainen van honden. (experience with – لديه خبرة مع) - gelukkig zijn met
Elsa is gelukkig met haar nieuwe appartement. (happy with – سعيد بـ) - iemand feliciteren met
Ik wil je feliciteren met je verjaardag. (congratulate on – يهنئ بـ) - meedoen met
Doe je mee met de marathon? (join in – يشارك في) - rekening houden met
Je moet rekening houden met de wensen van de klant. (consider – يأخذ في الاعتبار) - spreken met
Morgen spreek ik met mijn leidinggevende. (speak with – يتحدث مع) - informeren naar
Ze informeert naar de openingstijden van het museum. (inquire about – يستفسر عن) - kijken naar
Iedereen kijkt naar de zonsondergang. (watch – يشاهد) - luisteren naar
Luister je naar het weerbericht? (listen to – يستمع إلى) - telefoneren naar
Hij telefoneert naar de klantenservice. (call – يتصل بـ) - verlangen naar
Mijn collega verlangt naar een rustige vakantie. (long for – يتوق إلى) - zoeken naar
Er wordt gezocht naar een vermiste kat. (search for – يبحث عن) - geven om
Goede vrienden geven om elkaar. (care about – يهتم بـ) - lachen om
We lachen altijd om die grappige video’s. (laugh at – يضحك على) - verdriet hebben om
Haar broer heeft veel verdriet om het verlies van zijn hond. (grieve over – يحزن على) - antwoorden op
Wil je direct antwoorden op haar vraag? (respond to – يجيب على) - boos zijn op
De leerling is boos op de docent omdat hij een slecht cijfer kreeg. (angry with – غاضب على) - een beroep doen op
Als de computer kapot is, doe ik een beroep op de IT-afdeling. (appeal to – يلجأ إلى) - hopen op
Ik hoop op een zonnige zomer. (hope for – يأمل في) - zich abonneren op
Marta heeft zich geabonneerd op een tijdschrift over reizen. (subscribe to – يشترك في) - invloed hebben op
Stress heeft invloed op je gezondheid. (influence on – يؤثر على) - letten op
Let op je tas in het openbaar vervoer! (pay attention to – ينتبه إلى) - lijken op
Haar zoon lijkt veel op zijn vader. (resemble – يشبه) - recht hebben op
Iedereen heeft recht op een veilige werkplek. (right to – له الحق في) - rekenen op
Je kunt altijd rekenen op je vrienden. (count on – يعتمد على) - trots zijn op
Mijn ouders zijn trots op mijn diploma. (proud of – فخور بـ) - verliefd zijn op
Sara is verliefd op haar klasgenoot. (in love with – واقع في الحب مع) - wachten op
Ze wachten al een uur op de trein. (wait for – ينتظر) - beslissen over
Het team beslist over de locatie van de vergadering. (decide about – يقرر بشأن) - klagen over
De patiënt klaagt over hoofdpijn. (complain about – يشكو من) - nadenken over
Denk na over je toekomstplannen. (think about – يفكر في) - spreken over
Tijdens de bijeenkomst spreekt men over het nieuwe beleid. (talk about – يتحدث عن) - tevreden zijn met / over
Sander is tevreden met zijn salaris. De manager is tevreden over het werk van het team. (satisfied with – راضٍ بـ / over – راضٍ عن) - zich beperken tot
De presentatie beperkt zich tot de belangrijkste punten. (limit to – يقتصر على) - bereid zijn tot
Ben jij bereid tot een compromis? (willing to – مستعد لـ) - in staat zijn tot
Anna is in staat tot grootse prestaties als ze haar best doet. (capable of – قادر على) - protesteren tegen
De buurtbewoners protesteerden tegen de bouwplannen. (protest against – يحتج على) - zich verzekeren tegen
Hij heeft zich verzekerd tegen diefstal. (insure against – يؤمّن ضد) - vriendelijk zijn tegen
Wees altijd vriendelijk tegen je collega’s. (friendly towards – ودود تجاه) - bestaan uit
Het pakket bestaat uit een boek en een pen. (consist of – يتكون من) - afhangen van
Onze beslissing hangt af van het weer. (depend on – يعتمد على) - bang zijn van/voor
Kim is bang voor spinnen. (afraid of – يخاف من) - dromen van
Ik droom van een huis aan het strand. (dream of – يحلم بـ) - gebruikmaken van
Voor zijn presentatie maakte hij gebruik van een laptop. (make use of – يستخدم) - houden van
Kinderen houden veel van hun grootouders. (love – يحب) - op de hoogte zijn van
Ben je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen? (aware of – على علم بـ) - overtuigen van
Hij heeft me overtuigd van zijn gelijk. (convince of – يقنع بـ) - spijt hebben van
Heb je spijt van je beslissing? (regret – يندم على) - zeker zijn van
Je kunt nooit zeker zijn van je plannen met dit weer. (certain of – متأكد من) - belangstelling hebben voor
Sofie heeft veel belangstelling voor fotografie. (interest in – مهتم بـ) - (be)danken voor
Vergeet niet je tante te bedanken voor het cadeau! (thank for – يشكر على) - geschikt zijn voor
Dit boek is niet geschikt voor kinderen. (suitable for – مناسب لـ) - gevoelig zijn voor
Mijn vader is gevoelig voor veranderingen in het weer. (sensitive to – حساس لـ) - zich interesseren voor
Ruben interesseert zich voor geschiedenis. (interested in – يهتم بـ) - kiezen voor
Mira kiest voor een nieuwe uitdaging. (choose for – يختار) - slagen voor
Hannah is geslaagd voor haar examen. (pass – ينجح في) - studeren voor
Zij studeert voor verpleegkundige. (study for – يدرس لـ) - verantwoordelijk zijn voor
Jij bent verantwoordelijk voor het organiseren van het feest. (responsible for – مسؤول عن) - zich verontschuldigen voor
De directeur verontschuldigde zich voor zijn late aankomst. (apologize for – يعتذر عن) - vrezen voor
De ouders vrezen voor de veiligheid van hun kinderen. (fear for – يخشى من) - waarschuwen voor
Ik waarschuw je voor de gladde wegen. (warn about – يحذر من) - zorgen voor
Lucas zorgt voor zijn bejaarde ouders. (take care of – يعتني بـ) - 4o
Voorbeeldzinnen
Zie hier een lijst met veelgebruikte werkwoorden met een vast voorzetsel en een voorbeeldzin. Onder de lijst: een oefening met vaste voorzetsels.
Nederlandse werkwoordenvervoeging
Vul de hele werkwoord in. Gebruik geen hoofdletters!